Als hetzelfde antibioticum regelmatig tegen een bacterie wordt gebruikt, kan deze ‘resistent’ worden. Dat betekent dat de bacterie niet meer gevoelig is voor het antibioticum.
Wanneer men een infectie krijgt met zo’n resistente bacterie, helpen de antibiotica niet meer. Deze bacteriën kunnen dan ongeremd hun gang gaan, waardoor men erg ziek kan worden.
Gelukkig worden er af en toe nieuwe antibiotica gevonden. Maar er zijn ook steeds meer bacteriën die niet meer goed op antibiotica reageren. Dit komt doordat er wereldwijd te vaak antibiotica worden gebruikt als het eigenlijk niet nodig is. Er bestaan inmiddels al bacteriën die bijna niet meer te behandelen zijn met antibiotica. Een voorbeeld ervan is de MRSA (Meticilline Resistente Staphylococcus Aureus), die vooral voorkomt in een omgeving waar veel antibiotica worden gebruikt zoals ziekenhuizen, verpleeghuizen en in de intensieve veehouderij.
Heel zorgvuldig omgaan met antibiotica is de enige manier om ervoor te zorgen dat bacteriën gevoelig blijven voor antibiotica.
Als je arts antibiotica voorschrijft, is het belangrijk dat je de voorgeschreven behandeling nauwkeurig volgt. Alleen zo ben je zeker dat alle bacteriën vernietigd worden en vermijd je het ontstaan van resistente bacteriën.
Gebruik antibiotica alleen als een arts de infectie heeft beoordeeld en vindt dat antibiotica nodig zijn. Soms zijn daarvoor onderzoeken nodig, bijvoorbeeld via een bloed- of urinestaal, om het organisme nauwkeurig te identificeren en zijn gevoeligheid voor verschillende antibiotica te bepalen. Gebruik ook enkel het soort antibiotica dat de arts heeft voorgeschreven.