Twee procent van de bevolking ontwikkelt in zijn leven een bipolaire stoornis. Maar hoe krijg je dat en is er iets aan te doen? We vroegen het aan Dr. Hilde Sijmons, jeugdpsychiater en expert in bipolaire stoornissen.
Er is een duidelijk genetisch verband. Het risico op bipolariteit is veel hoger als een van beide ouders met depressie of bipolariteit te maken heeft.
Daarnaast speelt stress een grote rol. Groei je op in een onstabiele omgeving (bv. een ouder sterft, een vechtscheiding, verwaarlozing)? Dan kan die stress een trigger zijn in het ontstaan van bipolariteit. Omgekeerd is een warm gezin een beschermende factor, zelfs al zit het in je genen.
Ook je karakter heeft een invloed. Sommige jongeren zijn van nature vrolijk, sommige sneller neerslachtig, andere hebben de neiging om te schommelen.
Je kan niet genezen van een bipolaire stoornis, maar met een goede behandeling en opvolging kan je de symptomen onder controle houden en minder opflakkeringen ondergaan.
Als je deze red flags opmerkt kan je maar beter (professionele) hulp zoeken:
Het is belangrijk om zo vroeg mogelijk behandeling te starten dus wacht niet tot je niet meer functioneert. Mensen zijn het gewoon om met lichamelijke kwaaltjes naar de huisarts te gaan. Ook bij mentale klachten moeten we dat doen. Zo kan de arts signalen en patronen oppikken en doorverwijzen als dat nodig is.
Twijfel je zelf over symptomen en gevoelens die je hebt? Blijf er niet mee zitten. Neem contact met je huisarts.