Net als bij volwassenen, wordt ook bij kinderen de overgang van wakker zijn naar slapen, en omgekeerd, aangestuurd door verschillende ritmes.
Meer dan bij volwassenen spelen bij kinderen ook het 12-uren- en 90-minutenritme een rol:
Hoe groter de regelmaat in deze processen, hoe gemakkelijker je kind gaat slapen. Want door die regelmaat wordt je kind ’s avonds doorgaans op hetzelfde tijdstip moe.
Een onregelmatig slaappatroon kan ook bij kinderen de interne klok ontregelen. Je kind later in bed stoppen zodat het de volgende ochtend kan uitslapen. Of omgekeerd, je kind vroeg in bed stoppen als het er vroeg uit moet, doe je beter niet te vaak.
Ook kinderen zijn vlak voor het slapengaan gedurende korte tijd extra alert. Dan is het onmogelijk om in slaap te vallen. Stuur je hen in deze periode toch naar bed, kunnen er moeilijkheden ontstaan.
Pas op het einde van deze periode beginnen de verschillende ritmes samen te werken en maakt het lichaam zich klaar om te gaan slapen. De tekenen dat je kind moe is, verschillen van kind tot kind: