Alcohol tijdens de zwangerschap wordt sterk afgeraden. Door de alcohol krijgt de moederkoek minder zuurstof en wordt de groei van het ongeboren kind vertraagd. De achterstand kan niet meer worden ingehaald.
Bovendien kunnen het centrale zenuwstelsel, bepaalde organen en de ogen van het kind beschadigd worden. Deze afwijkingen kregen de benaming FAS (foetaal alcohol syndroom). Kinderen met dit syndroom zijn vaak hyperactief, hebben motorische problemen of zijn verstandelijk gehandicapt. Ze kunnen ook lichamelijke afwijkingen hebben zoals een klein hoofd, smalle ooglidspleet, dunne bovenlip of grote afstand tussen neus en bovenlip.
De kans dat een ongeboren baby het syndroom ontwikkelt, is het grootst als de moeder dagelijks meer dan vijf glazen alcohol drinkt. Maar ook als een vrouw af en toe flink doorzakt of regelmatig een kleinere hoeveelheid alcohol drinkt, loopt haar ongeboren baby het risico om een mildere vorm van FAS te ontwikkelen.