Praten over de bakker, de school, het postkantoor, de politie en de brandweer gaat meestal vanzelf. We weten wat het is, waarvoor het dient en wie er werkt. Maar praten over de dokter of het ziekenhuis ligt moeilijker.
Wat is een ziekenhuis? Waarvoor dient het? Wie werkt er? We hebben het er niet zomaar over omdat we onze kinderen vervelende dingen willen besparen. 'Ze zijn nog zo klein', 'Ze begrijpen het toch niet', 'Als het zover is, kan het altijd nog', ...
En toch kunnen we er beter wel over praten. Ziek zijn en ziekenhuis horen immers bij het leven. Er zijn aanleidingen genoeg om er eens over te beginnen zoals de sirene van een ziekenwagen, een familielid of kindje van de school dat in het ziekenhuis ligt.
Ouder en kind kunnen er samen boekjes over lezen, prentenboeken bekijken of samen op ziekenbezoek gaan. Je kunt ook een dokterskoffertje kopen of zelf samenstellen: verband, pleisters, watten, een spuit zonder naald, een schaartje, een plastiek thermometer, een oud overhemd dat is veranderd in een doktersjas of verpleeguniform.
Ook in kinderopvangcentra en op school wordt aandacht besteed aan het ziekenhuis. De kinderen spelen doktertje, de ouders praten erover op de ouderavond, en thuis kun je er op inhaken. Sommige scholen gaan zelfs op ziekenhuisbezoek.