EHBO bij kinderen

Een ongeluk is snel gebeurd. Probeer het zo veel mogelijk te vermijden. Weet wat te doen bij een huidwonde, splinter, bloedneus, brandwonde, hoofdletsel, breuken, kneuzingen of verstuikingen.

Een ongeluk is snel gebeurd. Maar je kunt een ongeluk (proberen te) voorkomen door:

  • enkele kleine aanpassingen te doen in de leef- en speelomgeving van je kind: voorzie een bedafsluiting, plaats een trap- en deurhekje en bescherm hoeken met tafelhoekbeschermers;
  • aan veiligheidsopvoeding te doen: leer je kind veilig om te gaan met zijn omgeving. Gebruik korte zinnen, leg uit waarom je kind voorzichtig moet zijn en geef steeds zelf het goede voorbeeld. 

Toch kun je niet alles vermijden. Een kind leert met vallen en opstaan. Panikeer niet als er iets gebeurt. Want dan gaat ook je kind feller reageren. 

  • Blijf steeds rustig.
  • Zorg er voor dat de situatie voor iedereen veilig is.
  • Beoordeel de toestand van je kind.
  • Bel indien nodig de hulpdiensten.
  • Verleen eerste hulp.  

Eerste hulp 

    De meest voorkomende huidwonden zijn schaafwonden en snijwonden. 

    • Was je handen en doe wegwerphandschoenen aan. 
    • Stelp een eventuele bloeding door op de wonde te drukken.
    • Spoel de wonde met lauw stromend water, zodat het vuil kan wegspoelen. Wrijf eventueel lichtjes in de wonde om het vuil er uit te halen, gebruik hiervoor bij voorkeur een steriel compres.
    • Droog na het spoelen de omgeving rond de wonde af, maar kom niet aan de wonde zelf.
    • Dek de wonde af, bijvoorbeeld met een steriel kompres, een vetverband, een tweedehuidverband of een wondpleister.

    Wanneer de bloeding niet gestelpt raakt of als je de wonde niet goed kunt reinigen, raadpleeg je een arts. Ook als de wonde groter is dan de handpalm van je kind, er botten, spieren of andere onderhuidse weefsels zichtbaar zijn of als er een voorwerp in de wonde zit, ga je best naar de dokter. 
     

    Een splinter komt vaak voor, maar is niet altijd gemakkelijk te verwijderen. 

    • Was of ontsmet de wonde en de omgeving voorzichtig met water.
    • Ontsmet je pincet met ontsmettingsalcohol.
    • Grijp het uiteinde van de splinter met een pincet dat je in het verlengde van de splinter houdt. Kan je niet meteen aan de splinter, maak dan de onderliggende huid wat los met een steriele naald.
    • Trek de splinter uit de huid.
    • Reinig of ontsmet de wonde en dek af met een pleister.

    Ga naar je huisarts als de splinter breekt of als het wondje infecteert, wanneer het om een metaal- of een glassplinter gaat.
     

    Een bloedneus wordt vaak veroorzaakt door een slag op de neus, hevig snuiten of een schommeling van koude en warmte. Het is meestal ongevaarlijk. 

    • Laat je kind zitten met het hoofd lichtjes voorovergebogen.
    • Laat het door de mond ademen en laat het de neus eerst snuiten.
    • Knijp de neusvleugels tien minuten dicht net onder het harde gedeelte van de neus. Stop geen kompressen of watten in de neus om de bloeding te stelpen.
    • Controleer na tien minuten of de bloeding gestelpt is.
    • Herhaal indien nodig. 
    • Is het bloeden gestopt? Laat je kind de eerste uren nog rustig aan doen en snuit de neus niet de eerstvolgende uren.
       

    Je kunt brandwonden onderverdelen in drie categorieën. Een eerstegraads brandwonde ziet rood, kan licht gezwollen zijn en is pijnlijk. Een tweedegraads brandwonde gaat gepaard met blaren. Als deze openspringen zie je een rode of witte wonde. Bij een derdegraads verbranding is de wonde zwart, perkamentachtig of wit. Deze wonde is niet pijnlijk omdat alle zenuwen die instaan voor de tastzin vernietigd zijn. 

    • Koel de brandwonde zo snel mogelijk af met koel of lauw water. Richt de waterstraal boven de brandwonde zodat het water over de wonde kan vloeien.
    • Koel de wonde 10 tot 20 minuten af.
    • Probeer de ernst van de wonde in te schatten. Bij ernstige brandwonden contacteer je het best gespecialiseerde hulp.
    • Breng bij een kleine eerstegraads of tweedegraads brandwonde met intacte huid een vochtinbrengend product aan op de wonde en dek af met een verband. Verwissel dit verband minstens een keer per dag. Prik de blaar van een tweedegraads brandwonde niet open. 
    • Dek een grote tweedegraads of derdegraads brandwonde voorlopig af met een steriel nat wondverband en ga naar je arts. 

    Is een eerstegraads brandwonde groter dan de handpalm van het kind, bevindt de wonde zich op handen, voeten of het gezicht? Neem contact op met een arts. Ook bij een brandwonde na elektrocutie of contact met bijtende producten ga je naar de dokter.
     

    Een breuk, kneuzing of verstuiking is pijnlijk. Je kind kan het betrokken gewricht moeilijk of niet bewegen en vaak treedt er ook een zwelling en blauwverkleuring op. 

    • Laat je kind het getroffen ledemaat zo weinig mogelijk bewegen. 
    • Koel het af met ijs (max. twintig minuten) om de zwelling te verminderen. Leg ijszakjes of ijsblokjes nooit rechtstreeks op de huid. 
      Contacteer bij twijfel steeds een arts of het ziekenhuis. 
       

    Bij een hoofdletsel (bv. na een val) is er kans op beschadiging van de hersenen of een hersenschudding. 

    • Controleer of het kind bij bewustzijn is. 
    • Merk je een buil op? Koel het af met ijs. 
    • Is er ook een hoofdwonde, dan kun je die op dezelfde manier als andere huidwonden verzorgen. Bij een zware verwonding contacteer je best een arts. 
    • Controleer tekenen van hersenschudding: misselijkheid, hoofdpijn, sufheid, last van fel licht.
    • Hou het kind 24 uur nauwlettend in het oog. Controleer om de drie uur of er symptomen zijn die wijzen op een hersenschudding.

    Neem contact op met een arts bij een ernstige hoofdwonde, wanneer je kind het bewustzijn verloor of als het zich na het ongeval onwel voelt en de toestand verergert (toenemende hoofdpijn, misselijkheid of sufheid). Alarmeer 112 wanneer je kind bewusteloos is, of wanneer je een schedelbreuk, hersenletsel of wervelletsel vermoedt.
     

    Huisapotheek

    Een huisapotheek bevat voorgeschreven geneesmiddelen, medicatie tegen kleine ongemakken en materiaal voor eerste hulp bij ongevallen. Voor advies over de samenstelling ervan kan je terecht bij je arts en apotheker. Neem geen medicatie op eigen houtje. Als de klachten blijven aanhouden, raadpleeg je huisarts. 
     

    Wanneer moet je naar de dokter?