Watergewenning

Om te leren zwemmen, moeten heel wat kleuters eerst hun angst voor water overwinnen. Daarom is het belangrijk om kinderen van kleins af aan en stap voor stap te laten wennen aan water door erin te spelen.

De eerste keer in het water

Watergewenning kan het best in het kleuterzwembad. Daar is de temperatuur hoger dan in het groot zwembad. Zo koelt je kleuter niet te snel af. 

  • Laat je kindje zichzelf nat maken terwijl het zit aan de rand: eerst de handjes, dan de armen, benen, romp, het gezichtje en de haren. Vervolgens laat je hem een bekertje water gieten over de armen, benen, rug en hoofdje. 
  • Laat je kindje zich zijwaarts verplaatsen op zijn poep als er een brede trap is.

Weerstand ontdekken

Bewegen in het water geeft een ander gevoel dan bewegen op het droge. De weerstand is immers veel groter in het water. Ook daar moet je kindje aan wennen. 

  • Maak samen golven in het water met de handjes. 
  • Roer samen in het water met de handjes. 
  • Duw samen een bal onder water
  • Wandel samen op verschillende manieren in het water: traag en snel, met grote of kleine pasjes. 
  • Speel tikkertje.

Evenwicht oefenen

In het water is het moeilijk om je evenwicht te bewaren. 

  • Maak sprongetjes en pirouettes in het water.
  • Stap door het water met een bekertje water op het hoofd.
  • Houd je vast aan de boord en hef één voetje boven water. Later probeer je dit zonder vasthouden. 
  • Gooi een strandbal naar elkaar.

Ademhaling

Om later goed te leren zwemmen leert je kindje best een juiste ademhalingstechniek: inademen boven water en uitademen onder water. 

  • Blaas bellen in het water met een rietje. Maak het rietje steeds korter tot de mond uiteindelijk op het water is. 
  • Spreek of zing met de mond onder water. 
  • Adem diep in en blaas bellen onder water.

Kopje onder

In een volgende fase leer je je kindje onder water te gaan. Vele kindjes hebben hier schrik voor, maar ze moeten leren dat het niet erg is om kopje onder te gaan. Ook belangrijk is dat ze leren hun oogjes open te houden onder water.

  • Start langzaam en laat je kindje eerst het neusje, dan de oortjes, de kin, het gezichtje en uiteindelijk het volledige hoofdje onder water steken. 
  • Maak een brug met je partner waar je kindje onder loopt. Laat de armen steeds lager zakken, zodat de brug steeds lager wordt. Uiteindelijk moet je kindje helemaal onder water om onder de brug te passeren. 
  • Laat plastic speelgoeddiertjes in het water zinken. Je kindje moet ze met de oogjes open van de bodem halen. 
  • Speel een variant op tikkertje: wie zijn hoofd onder water steekt, kan niet worden getikt.

Leren drijven

  • Op de rug
    • Leg je hand onder de rug van je kindje, zeg dat het zich helemaal moet uitstrekken en naar het plafond moet kijken - neem je hand langzaam weg tot je kindje drijft;
    • Neem het hoofd van je kindje vast, zeg dat het zich uitstrekt en trek het voort door het water.
  • Op de buik
    • Je kindje legt de handen op een zwemplankje en strekt zich uit in buiklig. Trek het plankje voort door het water. 

Leren springen vanop de boord

  • Spring vanop de trap telkens één trapje verder naar beneden. 
  • Spring vanop de boord vanuit hurkzit in het water. 
  • Spring rechtopstaand vanop de boord in het water. Houd eerst beide handjes vast van je kindje, dan eentje en dan zonder. 
  • Spring vanop de boord naar een bal of door een hoepel die in het water ligt.
  • Glijd van de glijbaan.

En nu zwemmen

Als je kindje geen schrik meer heeft, kan het leren zwemmen. Het is wel belangrijk dat je het niet te vroeg wil leren zwemmen. Onder de vijf jaar is de coördinatie nog niet voldoende ontwikkeld om te zwemmen met een juiste zwemstijl. Fout aangeleerde bewegingen zijn daarna nog moeilijk af te leren.