100 en nog altijd vrijwilliger

Op 4 mei is het feest bij de Samana-afdeling van Peulis, want dan blaast hun oudste vrijwilliger Marcel 100 kaarsjes uit. Op zijn leeftijd denkt hij nog lang niet aan uitbollen. Marcel zet zich in met hart en ziel en geniet van wat hij daarvoor terugkrijgt.

Tekst: Julienne Meulemans

Beeld: Frederik Beyens

Leestijd: 2

27/03/2024

‘Ik leerde Samana kennen toen mijn vrouw Lena ernstig ziek werd’, steekt Marcel van wal. ‘Dat is nu bijna een kwarteeuw geleden. We kregen toen regelmatig bezoek van Delphine, de voorzitster van Samana hier in het dorp. Voor alles konden we bij haar terecht. Na het overlijden van mijn vrouw heb ik me uit dankbaarheid voor al die goede zorgen aangesloten bij Samana, toen nog Ziekenzorg.’

Vaste waarde

Sindsdien is Marcel een vaste waarde binnen het Samana-team in Peulis bij Putte. Hij neemt deel aan de vergaderingen, steekt een handje toe bij allerlei activiteiten én hij brengt als kranige honderdjarige nog altijd regelmatig een bezoekje aan ‘zijn’ vijf zieken. ‘Dat doe ik echt heel graag! Buiten mijn eigen leden durf ik zelfs ook al eens binnen te springen bij mensen die normaal door andere kernleden bezocht worden, gewoon voor een praatje.’

Marcel is ontzettend goed omringd. Hij heeft drie dochters en even veel geweldige schoonzoons zoals hij ze zelf omschrijft. ‘Zij schonken me 8 kleinkinderen en de teller staat intussen op 16 achterkleinkinderen!’ glundert Marcel. ‘Die bende houdt me jong, net als mijn vrijwilligerswerk bij Samana.’

Rijkdom

‘Waarom ik zo verknocht ben aan Samana? Ik hou me graag zinvol bezig. Ik haal er vooral veel voldoening en vreugde uit. Op mijn leeftijd is het belangrijk om dagelijks voldoende te blijven bewegen. Door Samana ben ik veel op wandel en ik fiets ook nog. Het houdt me actief en jong en op die manier blijf ik me ook voor vele zaken interesseren.’

Van vrijwilligen word je niet rijk, toch niet zichtbaar op je bankrekening, maar voor Marcel is de vriendschap die hij terugkrijgt veel meer waard. ‘Vooral van mensen die eenzaam zijn hoor ik vaak dat ik snel mag terugkomen voor een babbeltje. Die mensen kunnen niet meepraten over al die moderne technologie: computers en smartphones, dat is aan hen niet meer besteed. Zij halen liever herinneringen op aan hun jeugd en over wat ze allemaal hebben meegemaakt. En ik, ik luister ...’