Wat kan je doen als je getuige bent van geweld?

Wat doe je als iemand een medereiziger op de bus lastigvalt? Hoe reageer je als een vriend iemand uit je gezelschap kleineert tijdens een etentje? Hoe kom je tussenbeide als je geschreeuw hoort bij de buren? Hubert Valcke (64) van CAW Zuid-West-Vlaanderen toont het aan de hand van 5 concrete situaties. Hij verleent al meer dan dertig jaar hulp en bijstand aan slachtoffers van geweldplegingen.

Tekst: Philip Hoorne

Beeld: Pexels

Leestijd: 5 minuten

16/03/2022

Hubert Valcke: ‘Voor ik inga op de specifieke situaties wil ik duidelijk stellen dat er niet zoiets bestaat als één ideale reactie of handelwijze. Bovendien spelen er verschillende factoren als je een getuige bent van geweld.’

‘Als je wilt optreden, ga dan eerst na of het veilig is voor jezelf om dat te doen. Elke situatie van geweldpleging moet je subjectief inschatten, vooraleer je beslist om al dan niet in te grijpen.’

‘Waar andere getuigen aanwezig zijn, speelt het omstandereffect. De verantwoordelijkheid om iets te doen wordt verdeeld over alle omstanders. Onderzoek toont aan dat als de anderen niet reageren, de kans klein is dat jij het wel doet. Terwijl dit natuurlijk beter omgekeerd zou zijn, dat de groep de krachten bundelt om te ageren. Samen sta je sterker.’

‘Wat ook meespeelt is de inschatting hoe anderen zullen reageren op jouw optreden. De geweldpleger en het slachtoffer, maar ook de groep. Je mogelijke reactie aftoetsen bij de omstanders kan die inschatting vergemakkelijken. Je kunt tonen of zeggen wat je van plan bent en kijken of de andere getuigen dat goed vinden.’

‘Mensen die niet reageren hebben daar achteraf soms spijt van. Je bent moediger als de situatie voorbij is. ’s Avonds in je zetel vind je dat je die persoon op de bus had moeten verdedigen, maar je visie op het gebeuren is tegen die tijd helemaal veranderd.'

'Spijt hebben dat je iets niet hebt gedaan, heeft geen zin. Op het ogenblik dat je kon ageren heb je het niet gedaan. Dat heb je zo beslist toen je de beslissing moest nemen en dat leek je op dat moment de juiste beslissing. Daaruit kun je leren en je gedrag aanpassen als je nog eens in een dergelijke situatie terechtkomt.’  

1. Tijdens een etentje kleineert een vriend een andere vriend

‘Met woorden, gebaren of mimiek kun je je tafelgenoten laten merken dat je het kleineren afkeurt. Daardoor vind je mogelijk medestanders. Of misschien zal een ander reageren voor jij het doet. Soms gaat het zo snel, is iedereen rond de tafel aangeslagen en gaan de gesprekken verder, waardoor het incident passeert zonder dat iemand erop ingaat. Dan kun je achteraf het slachtoffer steunen door duidelijk te maken dat je het gedrag van de agressor afkeurt.'

'Toon bekommernis. Bied een luisterend oor aan. Neem de agressor even apart, rakel het voorval opnieuw op en maak duidelijk dat het echt niet oké was wat die gedaan heeft, dat dergelijk gedrag niet thuishoort in een vriendengroep.’

2. In de discotheek valt een man een vrouw lastig

‘Roep er de barman, de portier of je vrienden bij zodat je samen kunt optreden. In deze omgeving is het inbouwen van de eigen veiligheid bijzonder belangrijk. Het is nobel om de redder in nood te zijn, maar vermijd dat je daardoor zelf in de problemen komt. Je kunt ook hier de dader wijzen op zijn gedrag, hem inzicht bijbrengen. Als het nodig is, haal je er de politie bij, maar alleen als het slachtoffer daarmee instemt.’

3. Tijdens een teamvergadering spreekt de baas een collega denigrerend toe

‘Hier speelt de machtspositie van de baas tegenover de medewerker een bepalende rol. Het is niet de bedoeling dat je tussenkomt en ’s anderendaags ontslagen wordt. Je kunt je collega achteraf steunen indien dat op het moment zelf niet kan. Woorden van troost en medeleven als de situatie voorbij is, lijken misschien vijgen na Pasen, maar dat is niet zo. Slachtoffers hebben daar echt wel veel baat bij.'

'Als de baas fout gedrag blijft vertonen, kun je samen met het slachtoffer naar de vertrouwenspersoon CPBW (Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk), preventieadviseur of de vakbondsafgevaardigde stappen.’

4. Op de bus lachen enkele jongeren een andere passagier de hele tijd uit

‘Verwittig de chauffeur. Die weet hoe hij probleempassagiers moet aanpakken. Op veel bussen hangen camera’s, maar die zijn vooral bedoeld om zware gewelddelicten te detecteren. Wat je verder kunt doen, is contact zoeken met het slachtoffer. Blijf aanwezig. Vraag bijvoorbeeld: Wat is de volgende halte?'

'Op die manier werp je een buffer op tussen daders en slachtoffer. De kans is groot dat de agressors het opgeven omdat hun slachtoffer niet langer geïsoleerd is. De daders terechtwijzen mag, maar houd weer de eigen veiligheid en die van het slachtoffer in gedachten. Uit een rijdende bus kun je niet vluchten.’

5. Ik hoor bij de buren geschreeuw dat ik associeer met een zware huiselijke ruzie

‘Velen voelen schroom om tussen te komen in het privéleven van anderen. Bovendien is er alleen maar een vermoeden van echtelijk geweld. Je gedrag wordt grotendeels bepaald door je relatie met die buren. Je kunt aanbellen en vragen of het wat stiller kan.'

'Steeds meer mensen zijn geneigd om in situaties van geluidsoverlast de politie in te schakelen. Hoe dan ook kun je achteraf eens polsen bij de buren: Er was nogal wat lawaai bij jullie. Dan kaats je de bal terug en moeten de buren met een uitleg komen.’