Zwangerschapsverlies: 'Mijn hart brak zo hard toen ik César verloor'

Anneleen en Dominique moesten op 16 januari 2019 na bijna 16 weken zwangerschap afscheid nemen van hun eerste zoon César Verbuyst. Naast grote zus Ina en kleine broer Basile heeft Anneleen ook César in haar moederhart gesloten. ‘Soms weet ik niet goed of ik wel recht heb om te rouwen.’ Een getuigenis naar aanleiding van Wereldlichtjesdag.

Tekst: Marion Aussems

Beeld: Lieven Van Assche

Leestijd: 7 min

09/12/2022

‘De eerste keer na het overlijden van César heb ik een kaarsje aangestoken op Wereldlichtjesdag, daarna niet meer. Ergens had ik het gevoel dat ik het recht niet had om die dag mee te claimen omdat César nog zo’n klein baby’tje was, een foetus.’

‘Als een baby voldragen is of heeft geleefd, of als je over de helft van de zwangerschap bent geraakt, is het precies meer gerechtvaardigd om verdriet te hebben of om te missen. Ondanks dat ik superveel begrip krijg van mijn omgeving, merk ik dat er een rangorde in verdriet is.’

‘In het begin vragen mensen er nog naar, na een tijdje niet meer. Wel in mijn dichte omgeving, daar is iedereen heel tactvol. Ik snap het ook wel, mensen verwachten dat je het een plaatsje hebt gegeven. Mij lukt dat nog altijd niet helemaal en we zijn vier jaar verder. Misschien is het ook gewoon mijn eigen worsteling.’

Een leven voor en na

Mijn zwangerschap van César verliep moeilijk. Voor een stuk denk ik dat mijn lichaam beslist had dat het niet meer de goede plek was voor hem om te zijn. Mijn eerste bloeding was in november. De twee maanden die volgden, bleef ik bloedingen hebben en leefde ik in angst dat er iets mis zou zijn. Uiteindelijk belandde ik midden januari in het ziekenhuis en begon ik koorts te krijgen. Op een bepaald moment zijn mijn vliezen gebroken en dan weet je … het is gedaan.’

‘Om zeven uur ’s morgens op 16 januari 2019 stond mijn wereld stil. Toen beviel ik – ik heb zelfs een epidurale gehad - en werd César geboren. In het begin dacht ik: ik wil vooruitkijken. We hadden toen ook Ina al, die 1,5 jaar was, en we keken uit naar nog een kindje erbij. Dus met je verstand denk je: we gaan niet te lang in het verdriet blijven hangen, het komt wel goed een volgende keer.’

‘Je hebt altijd geleerd om door te gaan. Als je verdriet hebt, wil je zo snel mogelijk alles wegvegen en met een propere lei beginnen. De toekomst lacht je toe, weet je wel? Maar dat is niet zo en dat zal nooit meer zo zijn. Gaandeweg heb ik gemerkt dat gewoon doorgaan niet de juiste strategie was om ermee om te gaan. Je moet je ermee verzoenen. Er is nu eenmaal een leven voor en na César. Een gezin voor en na, en ook een ik voor en na.’

Dubbel trauma

‘Ik had eigenlijk een dubbel trauma: ik ben dat kindje verloren en ik was ook enorm teleurgesteld in mijn lichaam. Een maand na de geboorte van César had ik nog altijd bloedingen en moest ik een ingreep ondergaan om een stukje placenta weg te halen. Met een bloedtransfusie erbovenop. Ik had een gevoel van falen omdat mijn lijf me zo in de steek liet.

‘Noem een kind verliezen tijdens de zwangerschap ook alsjeblieft geen miskraam. Dat vind ik echt een vreselijk woord. Naar aanleiding van het verhaal van Julie Van den Steen, gaf een vroedvrouw ook aan dat het woord miskraam je het gevoel geeft dat je iets mis hebt gedaan. Terwijl dat niet zo is. En ik herken dat. Julie stelde zich ook veel vragen rond wat ze misschien verkeerd had gedaan, en ik had dat ook.’

‘Voor César danste ik door het leven, ik kon alles aan. Maar vanaf dat ene moment besefte ik dat het ook gewoon totaal fout kan lopen. Zonder dat je er vat op hebt.’

'We hebben ook een fotoboek van César gemaakt met de foto’s van Boven De Wolken. Al die tastbare herinneringen zijn een houvast en de beste zelftherapie'

Anneleen Vermeire

Om vast te houden

‘In het ziekenhuis hebben ze een afdruk gemaakt van de voetjes van César. Ik twijfelde of ik ze ooit een plekje in huis zou geven. Nu staan ze naast de geboortekaartjes van Ina en Basile. Daar horen ze, ik kan het me niet meer anders voorstellen. Het koffertje dat we van het Berrefonds kregen, staat er ook. De knuffeltjes die erin zaten, hebben nog bij Ina in bed gelegen en liggen nu bij Basile. Ik zal ze nooit wegdoen.’

‘We hebben ook een fotoboek van César gemaakt met de foto’s van Boven De Wolken. Die organisatie maakt foto’s voor ouders bij het verlies van hun baby. Ze geven ook armbandjes met een hartje op. Dominique en ik kregen er allebei eentje en ook César. Ik heb mijn armbandje altijd bij in mijn portefeuille. Al die tastbare herinneringen zijn een houvast en de beste zelftherapie. Ik koester ze.’

‘Mochten de mensen van Boven De Wolken er niet geweest zijn, dan had ik César misschien niet durven vasthouden. Alles zat erop en eraan, maar hij was zo fragiel. Het voelde eerst wat vreemd om zo'n klein kindje vast te houden. We durfden niet goed. De fotograaf heeft ons over die drempel heen geholpen, daar ben ik zo dankbaar voor.’

‘Ik vertel ook over César aan Ina. Dat er nog een broertje was vóór Basile. Basile zelf is nog wat te klein nu voor die verhalen. Soms botst dat in mijn hoofd: is César wel effectief haar kleine broertje geweest? Had hij al bestaansrecht? En mag ik dat wel zo poneren? Maar het is wat het is: hij is haar kleine broer. En ik denk dat ik die erkenning nodig heb.’

Delen doet deugd

‘Van Dominique krijg ik tijd en ruimte om de verwerking op mijn tempo te doen. Ook met anderen erover praten, doet deugd. Dan pas hoor je wie er hetzelfde heeft meegemaakt.’

‘Op het moment dat je je kind verliest, voel je je erg alleen. Het lijkt alsof er niemand in de wereld weet wat je doormaakt. Maar dat is niet zo. Ik heb enorm veel aan verhalen van mensen die vertellen hoe het voor hen voelde. Ik hoop dat ik met mijn verhaal ook een steun kan zijn voor anderen. Het is oké om je tijd te nemen en je verdriet te doorleven. Volg je eigen noden en ritme en benoem ze ook.’

‘Na César was ik bang dat ik nooit meer zwanger zou worden of dat het opnieuw kon foutlopen. Toen ik bij de prille zwangerschap van Basile bloedingen kreeg, begon de paniekerige mallemolen opnieuw. Gelukkig stopten de bloedingen en vond ik er rust in. Dat moest ook wel, want bezorgdheid put uit. Maar ik ben er mij erg van bewust dat een zwangerschap niet vanzelfsprekend is.'

‘Er wordt in onze maatschappij soms zo praktisch en instrumenteel over kinderen krijgen gesproken. Een kinderwens is zo persoonlijk, en niet altijd evident. Dat is belangrijk om mee rekening te houden in een gesprek.'

Het mag er altijd zijn

‘Je kunt je niet voorstellen hoe hard je hart breekt als je je kind tijdens de zwangerschap al verliest. Er is niets dat de liefde voor je eigen kind overstijgt. Ik voel dat nog altijd. En dat zal nooit weggaan, dat weet ik nu al. Ik denk vaak: ja maar, als je je kind langer heb gekend, dan is het veel erger. Maar ook al was het maar kort, het gaat nog altijd over je eigen kind dat er niet meer is … En dat is gewoon een gevoel. Een gevoel dat zoveel pijn doet.’

‘Wat je kunt betekenen voor mensen die hun kind pas hebben verloren? Het is waardevol als mensen laten weten dat ze er zijn. Met een berichtje, een kaartje, een bloemetje of door effectief eens op die bel te duwen.'

'Het lijkt soms alsof mensen schrik hebben van andermans verdriet. Maar zelfs al weet je niet wat zeggen: er gewoon zijn, helpt. En ook al is het langer geleden, ernaar vragen of een berichtje sturen, geeft erkenning. En die erkenning biedt troost.’

‘Het gaat erom dat die erkenning niet mag verdwijnen. Niet nu, niet binnen twintig jaar …  Al weet ik dat ik dan meer een plaatsje heb gevonden voor het verdriet. En voor nu, het is misschien al vier jaar geleden, maar het is ook nog maar vier jaar geleden …’