Woonzorgcentrum Bellekens: een thuis voor mensen met dementie

De jonge Nederlander Teun Toebes (24) woonde ruim drie jaar in een verpleeghuis tussen mensen met dementie. Hij trok ook naar andere landen om te zien hoe ze daar omgaan met mensen met dementie. Zijn vaststellingen toetsen we af aan het woonzorgcentrum Bellekens in Arendonk. Coördinator Ellen Vandecraen legt uit hoe ze er werken.

Tekst: Martine Creve

Beeld: Frederik Beyens

Leestijd: 3 min

01/02/2024

Bewoners met dementie verwachten een fijne thuis, aldus Teun. Hoe creëren jullie een huiselijk gevoel?  

Ellen Vandecraen:Bellekens bestaat uit twee onopvallende huizen met elk twee woningen voor dertien mensen. In het midden van elke woning is de leefruimte en daarrond liggen de kamers. Elke kamer kijkt uit op de tuin of straatkant, maar er is evengoed een venster dat uitgeeft op de leefruimte. Bewoners die op hun kamer willen blijven, kunnen zo volgen wat er in de leefruimte gebeurt. Aparte bureaus voor verpleegkundigen of afgesloten ruimtes voor kine zijn er niet. Verpleegkundigen werken hun administratie bij aan de tafel in de leefruimte, vaak in gezelschap van bewoners.’  

‘Niet iedereen hoeft op hetzelfde moment te ontbijten. Wie graag langer slaapt, kan gerust later komen. Ook ’s middags is er een ruime marge om te eten. En telkens vragen zorgkundigen naar de wensen van de bewoner. Niemand rijdt hier met karren rond, dat doe je thuis ook niet.’ 

Dat bewoners een code moeten intoetsen om naar buiten te kunnen, stoot bij Teun op weerstand. Welke bewegingsvrijheid krijgen de bewoners hier? 

‘We gebruiken badges, te vergelijken met sleutels. Bewoners die dit begrijpen, krijgen er een. Daarmee kunnen ze naar buiten. Ook de familie krijgt een badge voor de bezoeken. Hier is geen onthaal. Bewoners die geen badge hebben, kunnen zelf in de binnentuin of op een veilig terras.’  

‘Het poortje om weg te gaan, is niet hoog. We nemen het risico dat bewoners erover klauteren, dat is al gebeurd maar niet vaak. We kunnen ook een dwaalsysteem activeren voor bewoners met een badge die meer risico lopen om de weg te verliezen. Door het dwaalsysteem te koppelen aan een armbandje krijgen we een signaal als die bewoner vertrekt. Dat geeft ons een gerust gevoel en de bewoner zijn vrijheid.’ 

Focussen op veiligheid beperkt de mogelijkheden van mensen met dementie fel. Hoe gaan jullie daarmee om? 

Als mensen bij ons komen wonen, proberen we hun levensverhaal te achterhalen. Wat maakt ze gelukkig, waar halen ze betekenis uit, wat zijn hun gewoontes, wat lukt nog? We doen inspanningen om dat hier verder te zetten, uiteraard altijd in samenspraak met de familie. Zo kwam hier een koppel wonen dat vaak lange wandelingen maakte. We hebben samen met de familie veilige trajecten uitgestippeld. Het echtpaar deed de wandelingen eerst met de familie of de therapeuten. Nadien volgden de therapeuten op afstand. Hoewel het nu moeilijker wordt, blijft het koppel wandelen. Toegegeven, ze zijn al eens heel laat teruggekomen. Een tracker op hun gsm installeren, kan een oplossing zijn. Maar we schrappen de wandelingen nog niet.’  

‘Ook in huis perken we weinig in. Zo zijn de kastjes in de keuken niet gesloten. En wij verhinderen niet standaard dat bewoners op andere kamers binnenlopen. We willen mensen het gevoel geven dat ze de regie houden over hun leven, ook al kunnen ze zelf niet veel meer beslissen.’ 

Mensen met dementie nemen amper nog deel aan de samenleving. Hoe bevorderen jullie inclusie? 

‘Wij stellen onze polyvalente ruimte ter beschikking voor activiteiten van de mensen in het dorp. We organiseren ook initiatieven voor de familie samen met de bewoners. Elke vrijdag houden we een praatcafé, dat is een succes. We werken ook samen met scholen.’ 
Evengoed nemen wij met de bewoners deel aan het dorpsleven. Wij gaan naar de markt, maken wandelingen, gaan zwemmen in het gemeentelijk zwembad, doen mee met seniorennamiddagen en bezoeken zelfs de tekenschool. Families zetten zelf niet altijd die stap. Met een boekje waarin we adressen van koffie- en ijsbars in de buurt verzamelden, geven we hen een duwtje in de rug om vader of moeder ook eens mee uit te nemen. 
Bewoners die dat kunnen, gaan zelfstandig naar het dorp. Soms krijgen we daar commentaar op en moeten we uitleggen waarom dat kan. Inclusie moet nog groeien.’ 

Mens blijven zien 

‘Vaak betekent de diagnose dementie nu nog een toegangsticket voor zorg en ondersteuning. Zo komen mensen met gelijkaardige aandoeningen en noden bij elkaar, wat samenleven beperkt. 
In de jaren dat ik op een gesloten afdeling woonde, heb ik prachtige vriendschappen opgebouwd met mensen met dementie. Zij hebben mij geïnspireerd om hen als mens te blijven zien, met kwaliteit van leven als hoogste doel. Dat is hun boodschap. Het stemt mij hoopvol dat ze bij Bellekens bewust nadenken over hoe ze dat kunnen doen.’ 

Teun Toebes