Lichaamsvet, je vriend of vijand? 5 feiten en fabels

De ene houdt van love handles, de andere ziet z’n buikje liever verdwijnen. Hoewel we er vaak kritisch naar kijken, heeft vet ook positieve functies. Professor Van Nieuwenhove ontrafelt 5 raadsels over lichaamsvet.

Tekst: Elien Steen

Leestijd: 3 min

26/11/2024

1. Lichaamsvet is slecht voor je gezondheid.

Fabel

‘Vet heeft belangrijke functies. Het beschermt je organen, vangt schokken op, houdt je warm en slaat energie op. Daarnaast produceert vet het hormoon leptine. Het geeft je hersenen een signaal wanneer je genoeg gegeten hebt. Hoewel te veel vet gezondheidsrisico's met zich meebrengt, is een beetje vet nodig.’ 

2. Het ene vet is het andere niet.

Feit

‘In tegenstelling tot wit vet, dat energie opslaat, helpt bruin vet juist om energie te verbranden. Dit komt doordat bruin vet vol mitochondriën zit – de energiefabriekjes van onze cellen – die vet direct omzetten in warmte. Baby’s hebben veel bruin vet omdat ze nog niet kunnen bibberen om op te warmen als ze het koud hebben. Als je ouder wordt verlies je dit grotendeels. Er bestaat ook een tussenvorm: beige vet. Je zou wit vet een beetje bruiner kunnen maken door regelmatig in frisse temperaturen (10 tot 14 graden) te zijn of pikant te eten, maar het effect is beperkt.' 

3. Je kan vet in specifieke delen van je lichaam aanpakken.

Fabel

‘Buikspieroefeningen doen om je buikvet te verminderen? Zo werkt het helaas niet. Je lichaam gebruikt eerst koolhydraten als energie. Pas later, afhankelijk van hoe intensief je traint, begint je lichaam vet te verbranden. Daarbij worden vetreserves uit je hele lichaam aangesproken, niet enkel van de zone die je traint. Door regelmatig te sporten en minder calorieën in te nemen dan je verbruikt, verlies je geleidelijk aan vet over je hele lichaam. Op de plaats waar je het eerste verdikt, verdwijnt het vet ook als laatste.’

4. Een hoge BMI betekent altijd een gezondheidsrisico.

Fabel

‘De Body Mass Index (BMI) is een eenvoudige maatstaf die gewicht en lengte meeneemt, maar geen rekening houdt met vetverdeling of spiermassa. Topsporters met veel spiermassa kunnen bijvoorbeeld een hoge BMI hebben zonder gezondheidsrisico’s. De Body Roundness Index is een alternatieve maatstaf die ook kijkt naar de verhouding tussen buik- en heupomtrek. Hoe groter de omtrek van je buik in verhouding met je heup, hoe hoger het gezondheidsrisico.’

5. Waar je vet opslaat is belangrijker dan hoeveel.

Feit

‘Vet rond de buik is gevaarlijker dan vet op de heupen of dijen. Het vet dieper in je buik, het visceraal vet, zit rond de organen en kan ontstekingen en gezondheidsproblemen veroorzaken. Het verhoogt het risico op hart- en vaatziekten en diabetes type 2. De verdeling van vet hangt af van genen en hormonen. Bij mannen hoopt vet zich vaker op rond de buik, een zogenaamde appelvorm. Bij vrouwen meer rond de heupen, een peervorm. Na de menopauze verplaatst het vet zich bij vrouwen ook meer naar de buik.’ 

6. Genen spelen een rol bij vetopslag en -verdeling.

Feit

‘De een komt sneller bij van een koekje dan de ander, door genetische aanleg. Maar het is niet zo simpel dat je automatisch obesitas krijgt als je ouders dat hebben of slank blijft als je moeder dat is. Verschillende genen beïnvloeden je hongergevoel, stofwisseling en vetverwerking. Daarnaast zijn je eet- en beweeggewoontes minstens zo belangrijk.’

7. Gezond afvallen vraagt om geduld.

Feit

‘Eerst en vooral: accepteer je eigen lichaam, inclusief wat vet. Overtollig vet verliezen is gezond, maar doe niets dat je gezondheid schaadt om eruit te zien als een sociale media-ster. 

Snel afvallen werkt juist tegen je, met jojo-effecten als gevolg. Je komt verloren kilo’s vaak terug bij en meestal zelfs meer. Kies voor een langetermijnaanpak; een gezonde levensstijl met vezelrijke voeding zoals groenten, fruit, peulvruchten en volkorenproducten. Eet met mate en varieer. Ook bewegen en je spieren versterken is belangrijk.’

Yves Van Nieuwenhove is maag-darmchirurg in het UZ Gent. Hij schreef recent het boek Waarom ons vet niet de vijand is. ‘Of je nu met wat kilootjes teveel kampt of niet: blijf niet langer blindelings strijden tegen je vet, maar leer er eindelijk mee samenwerken voor een gezonder gewicht op lange termijn.’