Hoe angststoornissen Olivier in de greep hielden

‘Dat je bang bent voor spinnen, dat kun je verantwoorden. Maar ik ben bang om bang te zijn en mijn grootste angst ben ik zelf, klinkt dat niet vrij gek?’ Olivier Constant blikt terug op een jarenlang gevecht met angststoornissen. ‘Er is altijd hoop, maar je moet aan de weg door de duisternis durven te beginnen.’

16/11/2022

‘16 mei 2021 zal ik me altijd herinneren, toen stond de tijd even stil. Ik was het beu om toneel te spelen. Ik was kapot vanbinnen’, zegt Olivier. Hij raapte de moed bijeen om een openhartig bericht op sociale media te plaatsen. Daarin vertelt Olivier hoe hij intussen de helft van zijn leven doorbracht met een angststoornis, paniekaanvallen en doodvermoeiende dwanghandelingen. Iedereen zou hem anders bekijken, maar hij troostte zich met de gedachte: sterk zijn is in de eerste plaats kwetsbaar durven zijn.  

Vluchten voor jezelf

De angst- en dwangklachten kwamen geleidelijk naar boven rond zijn twintigste. ‘Ik leidde dag en nacht een leven voor twee dat haaks stond op mijn controledwang. Dat is paradoxaal, maar het was een vlucht’, beseft Olivier nu. ‘De angst sloop mijn lichaam en geest langzaam binnen tot het allesoverheersend werd. Het begon met wat ik externe dwang noem. Ik checkte tot vervelens toe of de deur op slot was en de kraan dichtgedraaid. Toen ik alweer een periode te weinig geslapen had, viel ik bijna flauw en begon ik te hyperventileren. Gaandeweg kregen ook interne dwanghandelingen me helemaal in hun greep. Ik checkte eindeloos mijn hartslag, uit angst voor de dood’, legt Olivier uit.  

Survivalmodus

Dag en nacht focuste hij dwangmatig op zijn hartslag. ‘Ik sliep bijna niet meer. Als mijn hart oversloeg of sneller klopte, probeerde ik mijn ademhaling aan te passen zodat mijn hart weer trager zou kloppen. Ik stelde voor mezelf het doel om vijf tellen een relaxte hartslag aan te houden. Ik begon telkens opnieuw tot ik mijn doel bereikte. Hoe meer je je daarop fixeert, hoe moeilijker dat wordt. Zo kun je ook een paniekaanval krijgen en beland je in een vicieuze cirkel’, zegt Olivier. ‘Extreem in dwanghandelingen verzanden kun je vergelijken met hardlopen: je hartslag gaat in het rood en het is even afmattend. Ik hield het ook verborgen, wat het extra vermoeiend maakte.’

‘Ik worstelde mij door drukke dagen met een permanent angstgevoel’, blikt Olivier terug. ‘Ik herinner mij nog hoe ik tien jaar geleden putje winter twee uur buiten ging wandelen om mij op mijn ademhaling te fixeren. Toen besefte ik hoe ziekelijk het was’, gaat Olivier verder. ‘Ik vluchtte in destructief gedrag, maar dat kwam als een boemerang in mijn gezicht terug. Mijn vriendin maakte zich zorgen. Maar hoe kun je uitleggen dat je bang bent voor jezelf? Dat je lichaam het begeeft?’, vraagt Olivier zich af.

Weg pokerface

Na meer dan tien jaar kon hij het niet langer verbergen. ‘Eerst vertelde ik het aan mijn vriendin’, gaat Olivier verder. ‘Voor haar vielen heel wat puzzelstukken in elkaar over hoe ik me gedroeg. Toch blijft het moeilijk om dat te plaatsen als je zelf die angsten niet voelt. Het betekent al veel voor mij dat mijn – ondertussen – vrouw en kinderen er voor me zijn en begrip en empathie tonen. Mensen denken in termen van problemen en oplossingen, maar bij angst werkt het zo niet. Soms is ademruimte krijgen na een paniekaanval het grootste geschenk.’

Op reis met jezelf

Kort daarna klopte Olivier ook aan bij een therapeute. Dat is intussen al tien jaar geleden. ‘Ik zag geen uitweg meer, ik had een tunnelvisie. De therapie hielp mij om de link te leggen tussen angst en emotie. Je moet de film van je leven niet te veel terugspoelen, maar je kunt er wel van leren. Toen ik opgeroeide was het in mijn naaste omgeving geen evidentie om open met emoties om te gaan. Net daar ligt voor mij de sleutel: in de spiegel kijken, met je emoties aan de slag gaan en de link leggen tussen je kwetsbaarheid en die angst. Die angsten zijn een signaalfunctie van emoties die dieper begraven liggen’, ziet Olivier in. ‘Je moet zelf de confrontatie aangaan. Elke dag opnieuw, en proberen aanvaarden dat vallen net zo waardevol is als opstaan.’

Hard voor je dromen gaan

Dagelijks denkt Olivier aan de eindigheid van het leven. Die angst voor de dood is en blijft er, maar is niet eenzijdig negatief. ‘Ik hoor veel mensen zeggen later ga ik … Nee, er is enkel vandaag. De angst leerde me om keihard voor mijn dromen te gaan. Dit jaar begon ik mijn eerste dartstoernooien te spelen, ook al is die sport gerelateerd aan mentale druk. De confrontatie met mezelf tijdens wedstrijden is best stevig, maar voor mij is dit de weg vooruit. Niet alleen in darts, maar in het leven.’

Breekbaar

Darten is niet de enige droom waar Olivier aan werkt. ‘Ik gaf net mijn eerste boek Breekbaar uit’, vertelt Olivier trots. 'In 60 korte en langere teksten vertel ik hoe angst en dwang een mensenleven op zijn kop kunnen zetten. Het is niet allemaal kommer en kwel, het gaat ook over het durven dromen. Het was een enorme drempel om daarmee naar buiten te komen, maar dat is ook de boodschap die ik breng: durf te falen en daar open over te zijn.’

Zijn twaalfjarige dochter maakte tekeningen voor het boek. ‘Ik heb ook een zoon van tien jaar. Ze zijn nog te jong om het volledig te begrijpen, maar ik ga hen zeker de lessen meegeven die ik zelf leerde. Ik vind het belangrijk om binnen ons gezin te kunnen praten over emoties en dat mijn kinderen nu al durven gaan voor hun dromen’, zegt Olivier vastberaden.

Hout vasthouden

De voorbije tien jaar evolueerde Olivier in de goede richting. ‘Tijdens de coronaperiode zonk ik terug weg in mijn angsten, maar ik ben blij dat ik eind 2020 de knop in mijn hoofd kon omdraaien’, blikt Olivier voorzichtig tevreden terug. Al loert het gevaar voortdurend om de hoek. ‘Vorig weekend checkte ik vijf keer of de auto wel toe was. Maar dat valt mee, vroeger had ik dat 100 keer gedaan. Ik leid een enorm druk leven, maar tegelijkertijd is dat één van de manieren om ermee om te gaan. Elke dag opnieuw tussen de drukte probeer ik stappen vooruit te zetten en ben ik trots op kleine overwinningen. En ik blijf vechten, want aanvaarding is iets anders dan berusten’, besluit Olivier.