Vrijwilliger bij CM: een klein gebaar, een groot verschil

Elke dag maken vrijwilligers het verschil bij CM. Ze bieden een luisterend oor, gezelschap of een helpende hand. Of het nu aan de telefoon is, onderweg met de wagen of gewoon aan de keukentafel: hun inzet maakt het leven van anderen warmer en menselijker.

Maak kennis met drie van onze CM-vrijwilligers: Cindy, Sophie en Stan

Cindy: de duizendpoot op wielen

Cindy is al vijf jaar vrijwilliger bij CM. Ze begon als oppasvrijwilliger, maar werd na corona ook telefoonvrijwilliger en chauffeur. Elke dag koppelt ze mensen die vervoer nodig hebben aan vrijwillige chauffeurs. En soms kruipt ze zelf achter het stuur. 

Voor Cindy begon het allemaal toen ze zonder werk kwam te zitten. Ze wilde iets betekenen voor anderen en vond via de CM-website een vacature die perfect bij haar paste.

‘Onderweg leer ik mensen echt kennen. We praten, we lachen, er ontstaan vriendschappen.’

Cindy

Roger is dankbaar voor haar hulp: ‘Cindy brengt me naar mijn vrouw in het woonzorgcentrum en komt me weer ophalen. Ze is altijd op tijd. Daar ben ik haar heel dankbaar voor.’

Sophie: zachte zorg en warme aandacht

Elke donderdagavond is Sophie oppasvrijwilliger bij Sabine, een vrouw met jongdementie. Samen eten ze, verzorgen ze hun handen of kijken ze tv. Rudy, de man van Sabine, kan op dat moment even tot rust komen tijdens zijn muziekrepetitie.

‘We hebben een eigen manier van communiceren ontwikkeld, met lichaamstaal en kleine signalen. Het is heel bijzonder.’

Sophie

Sophie kwam bij CM terecht na een moeilijke periode in haar leven. Ze kampte met een depressie na een scheiding en besloot, samen met haar arts, om vrijwilligerswerk te doen. Haar interesse in dementie – door haar vroegere werk – gaf de doorslag.

‘Ik haal er vriendschap uit, warmte, en het gevoel dat ik iets kan betekenen. Dat doet echt deugd.’

Voor Rudy is haar aanwezigheid van onschatbare waarde: ‘Dankzij Sophie kan ik even mijn zinnen verzetten, zonder zorgen. En tussen haar en Sabine is er een mooie klik.’

Stan: een vriend in moeilijke tijden

Stan komt elke week op bezoek bij Rita, die door gezondheidsproblemen minder mobiel is. Ze spelen Rummikub, drinken koffie en praten over het leven. Zo kan Rita’s man Robert op dinsdagochtend gaan fietsen en even ontspannen.

‘Na het overlijden van mijn vrouw wilde ik iets betekenen voor anderen. Vrijwilligerswerk is tegelijk therapie en een manier om verbonden te blijven met mensen.’

Stan

Rita beschouwt Stan intussen als een goede vriend: ‘Dankzij hem heb ik gezelschap en kan mijn man ook even op adem komen.’

Robert vult aan: ‘Als Stan langs is geweest, weet ik dat Rita zich goed heeft geamuseerd. En ik ben gerust: hij zorgt écht goed voor haar.’