Oppasvrijwilliger Sara-Lee: 'Ik zie Juul er elke keer op vooruitgaan'

‘Ik zag dat Natacha het moeilijk had,’ zegt oppasvrijwilliger Sara-Lee. ‘Dat ik haar kon helpen, vond ik fijn.’ De hersenbloeding van haar tweede, pasgeboren zoontje was voor Natacha Claes de start van een achtbaanrit van emoties. Oppasvrijwilliger Sara-Lee maakte het verschil.

Tekst: Davy D'Halluin

Beeld: Rudi Van Beek

Leestijd: 2 min

12/04/2024

‘Als Juul en zijn oudere broertje Louis wakker zijn, speel ik veel met hen. Ik help ze bij het eten, ik stop ze in bed. Als ze slapen, ruim ik het speelgoed op.’ Het klinkt vanzelfsprekend als Sara-Lee vertelt. Maar toen ze begin 2022 de eerste keer bij het gezin langsging, kwam ze terecht in een huis op stelten. 

Dagen van 40 uur

‘Na een zwangerschap met complicaties is Juul acht weken te vroeg geboren’, vertelt Natacha. ‘Kort daarna kreeg hij een hersenbloeding waardoor hij een motorische achterstand heeft.’  
Het zette het leven van Natacha op zijn kop. ‘Om alles te kunnen doen, hadden we dagen nodig van veertig uur. Onze agenda zat vol ziekenhuis- en kine-afspraken. We sliepen amper, er was voor niets tijd. Zeker niet voor ontspanning.’ 
Via een kinesist kwam Natacha in contact met CM-oppas. De dienst stelde studente verpleegkunde Sara-Lee als oppasvrijwilliger aan haar voor. ‘Er was onmiddellijk een klik tussen Juul en Sara-Lee.’ 
‘Ik voelde dat ik meteen het vertrouwen kreeg van Natacha en haar man’, vult Sara-Lee aan. ‘Dat deed deugd want je krijgt een grote verantwoordelijkheid.’ 
‘Als Sara-Lee er is, zijn we gerust. We vragen ons niet af of Juul weer een serenade geeft of niet. We weten: het komt goed. Door even weg te zijn, kunnen wij onze batterijen weer opladen.’

Grote zus 

‘Ze beschouwen me als een deel van de familie. Natacha noemt me de grote zus van Juul en Louis.’ Sara-Lee zegt het met een glimlach.  
‘Ik zie ook hoe Juul groeit en erop vooruitgaat. Zijn blik is helderder, hij heeft meer energie. Hij kan zelfs bijna stappen. Het gaat beter met hem. En met zijn mama en papa. Weten dat ik daar toch een rol in heb gespeeld, voelt heel, heel fijn.’