Hiv stopt hier

Negen jaar geleden zetten drie letters het leven van Wim grondig op z’n kop: hiv. Nu leggen drie woorden alles terug in de plooi: hiv stopt hier. ‘Toen ik mijn diagnose kreeg, dacht ik dat ik zou sterven. Zoveel jaar later kan ik het virus zelfs niet meer doorgeven.’

Tekst: Stephanie Louwagie

Beeld: Lieven Van Assche

Leestijd: 2 min

18/11/2021

Wim Aernouts (33) is hiv-positief, Kenneth Mills (40) is dat niet. Toch vormen ze een koppel en vrijen ze zonder condoom. ‘De laatste vijf jaar zijn er op medisch vlak enorme stappen gezet’, zegt Wim. ‘Wie net als ik hiv-positief is, maar elke dag consequent medicatie slikt, kan de ziekte niet meer overdragen. De lading virus in het bloed is dan zo geslonken dat het zelfs niet meer te detecteren valt.’

‘Van vrienden die in de jaren tachtig of negentig hun diagnose kregen, hoor ik dat het toen veel lastiger was. Het was nog een doodsvonnis. De parallellen met de coronacrisis zijn groot. Positieve personen moesten in quarantaine en werden met handschoenen en mondmasker verzorgd. Wanneer je een ziekte via seksueel contact oploopt, moet je er vaak ook nog de praatjes van de mensen bijnemen. Ik hoop dat de medische vooruitgang en correcte informatie het taboe zullen verkleinen.’

Spannend

Het taboe mag dan bijna de wereld uit zijn, met een hiv-positieve status mensen leren kennen blijft spannend. Kenneth: ‘Ik ken Wim eigenlijk al bijna heel mijn leven. We zaten in dezelfde holebivereniging. Toch zijn we pas een jaar of twee terug beginnen daten. Ik wist van Wims positieve status, maar het heeft me nooit tegengehouden. Ook mijn ouders en zus maakten er geen punt van.’

Wim: ‘Gelukkig. Al had ik het begrepen mocht dat een struikelblok geweest zijn. Ik herinner me zelf nog hoe zwaar de diagnose bij me binnenkwam. Ik durfde het niet aan mijn moeder te vertellen. Ik wou haar niet teleurstellen. Dankzij mijn oom en tante vond ik de moed om het haar te vertellen. Naast de nodige traantjes voelde ze vooral woede voor de man die mij dit had aangedaan. Maar door wie ik besmet ben geraakt, kwam ik nooit te weten. Het zou ook niets veranderen. Ik heb er vrede mee.’

Vooroordelen

Kenneth: ‘De vele campagnes ten spijt, komt hiv nog vaak voor bij mannen die seks hebben met mannen. Voor veel homoseksuele mannen komt hiv dus vroeg of laat dichtbij. Zelf ben ik vijftien jaar geleden in vertrouwen genomen door een goede vriend. Samen doorloop je het volledige traject: van diagnose tot acceptatie. Het nam voor een stuk mijn vooroordelen weg.’

Wim: ‘Ik hoef er niet flauw over te doen: hoe keek ik vroeger zelf naar iemand met hiv? Het is menselijk om snel een oordeel te vellen. Ze hebben te veel bedpartners. Ze doen het onveilig. Slechts weinigen houden er rekening mee dat een besmetting ook op brute pech kan neerkomen.’

Subtiele discriminatie

Door de medische vooruitgang zou een mens vergeten wat er nog moeilijk is aan een leven met hiv. Kenneth: ‘Toch worden we als koppel soms nog subtiel gediscrimineerd. Bij de aankoop van ons huis kreeg Wim een torenhoge schuldsaldoverzekering gepresenteerd. Terwijl zijn levensverwachting even hoog ligt als die van de gemiddelde Belg.’

Wim: ‘Op bezoek bij een vriend in Barcelona werd mijn rugzak gestolen. Inclusief hiv-remmers. Op zo’n moment schiet ik wel even in paniek. Ik kan wel een dag of twee zonder medicatie, maar langer moet het toch niet duren. Ontspannen met mijn ziekte leven zit dus in kleine details.’