Bernadette over haar eetstoornis: 'Ik at tot ik me misselijk voelde'

Een binge eating disorder (BED) of eetbuistoornis is de meest voorkomende eetstoornis bij volwassenen in België. Toch kent niet iedereen de aandoening. Bernadette Rubbrecht (57) kampte er vrijwel haar hele leven mee: ‘Ik ben pas beginnen te leven na mijn vijftigste.’

Tekst: Charlotte Allefs & Stephanie Louwagie

Beeld: Lieven Van Assche

Leestijd: 6 min

07/02/2022

‘Ik ben een beetje zenuwachtig’, geeft Bernadette toe. ‘Het is de eerste keer dat ik mijn verhaal vertel. Vroeger zou ik in de aanloop naar dit gesprek een eetbui gehad hebben.’ Bernadette kent de binge eating disorder maar al te goed.

Je eet tot je misselijk bent en blijft achter met een enorm schuldgevoel. BED onderscheidt zich van boulimia nervosa doordat je het voedsel niet probeert kwijt te raken door te braken, laxeermiddelen te gebruiken of overmatig te sporten.

Sinds een paar jaar heeft Bernadette grip op haar aandoening. ‘Ik zeg nooit dat ik genezen ben, ik zal altijd in herstel blijven. Mijn BMI ligt nog steeds wat te hoog, maar diëten werkt te hard op mijn gemoed. Ik probeer de balans te vinden tussen mijn fysieke en psychische gezondheid.’ 

Pesterijen

‘Ik was van kleins af aan zwaarlijvig. Op elk medisch onderzoek kreeg ik te horen: je bent te dik, je moet op dieet. In die tijd werd nog niet veel aandacht besteed aan het psychologische aspect van de gezondheid.

Nooit zocht iemand naar de achterliggende reden van mijn gewicht. Thuis was ik het enige kind met ernstig overgewicht. Calorieën tellen, afvallen en diëten, daarover gingen onze gesprekken, niet over hoe slecht ik me voelde.’

Bernadette ging naar een meisjesschool. Daar ging alles prima. Ze lag er goed in de klas, had vriendinnen. Maar de weg naar school was een hel. ‘De meisjesschool en de jongensschool lagen elk aan de andere kant van het dorp. Bij het fietsen kruisten onze wegen. Elke dag riepen ze me na: hé dikke!’ 

‘Ik ging geloven dat ik er niet toe deed. Dat elke jongen, en later elke man, een afkeer van me had. Daardoor heb ik nooit een relatie gehad. Ik blokkeerde al bij de gedachte om een gesprek met een man te voeren.’

Bakje troost

Om de pijn van de pesterijen te verzachten, kocht Bernadette snoep en koeken in de lokale winkel. ‘Thuis in mijn slaapkamer maakte ik al het snoepgoed soldaat. Soms haalde ik ook eten uit de kelder bij ons thuis. Alles moest eraan geloven. Het liefst sloot ik me af van de buitenwereld. Ik zocht troost in eten, tot ik me misselijk voelde. Maar overgeven deed ik niet.’  

In haar slechtste periodes had ze dagelijks een eetbui. En elke keer weer voelde ze zich erna schuldig. ‘Het was de bedoeling dat het me zou opbeuren, maar ik voelde me alleen maar slechter. Ik voelde me niet goed in m’n eigen lichaam, mijn gewicht nam verder toe.’

Talloze diëten passeerden de revue om het getal op de weegschaal naar beneden te krijgen. Hoe vaak Bernadette ook bezig was met calorieën tellen, het hield haar eetbuien niet tegen. 

Ook de opmerkingen over haar gewicht bleven haar om de oren vliegen. ‘Ik herinner me nog een zomer waarin ik erg m’n best had gedaan om te vermageren. Het was me goed gelukt, ik was bijna twintig kilo kwijt. Ik was er best fier op.

Maar op het medisch onderzoek klonk het weer: Bernadette, je bent te dik, je moet afvallen. Ik zei dat ik ermee bezig was, dat ik al heel wat kilo’s lichter was. Maar op een compliment moest ik niet rekenen, ik moest het doen met: Je bent nog steeds te dik.’

Moeilijke zoektocht

Het gevoel alleen op de wereld te zijn, bleef aan haar knagen. Tot haar lichaam opgebrand was. ‘Zeventien jaar geleden zat ik op een dieptepunt. Het was heftig. Ik kreeg een burn-out die uitmondde in een depressie. Ik liet me opnemen in een psychiatrische instelling. Alsof dat nog niet genoeg was, kreeg ik in diezelfde periode ook borstkanker en moest ik afscheid nemen van mijn moeder.’ 

‘Tijdens mijn opname kreeg ik voor het eerst te horen dat ik een binge eating disorder heb. Toch zou het nog jaren duren vooraleer ik met mijn ware probleem aan de slag zou gaan. Eerst liet ik mijn maag verkleinen. Niet meteen de juiste aanpak. Ondanks de kilootjes minder bleef ik de teruggetrokken vrouw die niet voor zichzelf durfde op te komen.’ 

‘Via via kwam ik bij een praatgroep terecht voor dertigplussers met een complexe relatie met eten. Het is dankzij ANBN vzw (anorexia nervosa en boulimia nervosa, nvdr.) dat ik me voor het eerst begrepen voelde. Mijn lotgenoten waren net zoals ik erg perfectionistisch.'

De therapeut vroeg: ‘Wil je leren perfect te zijn of wil je leren leven met iets minder perfect? Een uitspraak waar ik nog dikwijls aan terugdenk. Beetje bij beetje herwon ik zelfvertrouwen. Ik was mijn leven lang niet mezelf geweest, maar voortaan zou ik doen wat ik zelf wou, niet wat anderen van me verwachtten.’ 

Het grote keerpunt kwam bijna vier jaar geleden. ‘Ik ging helemaal buiten mijn comfortzone en schreef me in voor adventure therapy. Dat is een therapievorm waarbij je onder begeleiding van onder meer een diëtist en psycholoog met lotgenoten beweegt in het groen. Er is ruimte voor sport en ontspanning, zoals rotsklimmen, maar evenzeer aandacht voor het mentale. Samen successen boeken betekende een enorme opsteker voor mijn zelfvertrouwen.’ 

Op de rails

‘Ik heb een manier gevonden om met mijn demonen om te gaan. Snoep, chocolade en chips haal ik bewust niet in huis. Als vrienden onverwacht voor de deur staan, kan ik niets aanbieden. Als het gepland is, koop ik natuurlijk wel het een en ander. Zolang de verpakking dicht is, gaat het meestal goed. Maar leg een pak geopende chips in de kast en ik eet gegarandeerd alles op. Als er na het bezoekje lekkers over is, geef ik dit steevast mee met mijn gasten (lacht).’ 

Het laatste jaar heeft Bernadette haar leven stevig op de rails. ‘Ik eet gezond, maar ben niet maniakaal met groenten of hypes zoals koolhydraatarm eten bezig. Neen, ik eet gewone kost, beperk mijn porties en heb een vriendinnengroepje waarmee ik vijf keer per week een uurtje de Lommelse Sahara intrek.’

Ondertussen laat ook ANBN vzw Bernadette niet los. ‘Ik werk er als vrijwilliger, ik ben penningmeester. Trots kan ik zeggen dat ik er volledig ben opengebloeid. Het is alsof ik pas na mijn vijftigste ben beginnen te leven. Ik ben benieuwd of mensen uit mijn verleden mij nog in deze tekst zullen herkennen (glimlacht).’

Zit je met iets? Praat erover met Tele-Onthaal. Bel gratis en anoniem naar 106 of bezoek de website.