Het juiste gewicht in de schaal

An Vandeputte (56) is coördinator en gedragstherapeut bij Eetexpert, het expertisecentrum voor eet- en gewichtsproblemen.

An Vandeputte: 'Haperend eetgedrag, eetproblemen, eetstoornissen: het zijn termen die we door elkaar gebruiken maar die echt van elkaar verschillen. Jonge kinderen ontwikkelen nieuwe vaardigheden zoals lopen, spelen, maar ook eten. Wanneer dit laatste trager dan voorzien verloopt, spreken we over haperend eetgedrag. Geen reden om je zorgen te maken. Niet alle tomaatjes in de serre zijn even snel rijp. Zo is dat ook bij de ontwikkeling van eetgedrag bij kinderen.'

'Een kind dat systematisch te veel, te weinig, te traag of te snel eet of bijna niks lust, kan ervoor zorgen dat gezellige familiemomenten aan tafel moeilijker verlopen. Problematisch eetgedrag kan heel wat spanning geven aan de tafel, een eetstoornis is het evenwel nog niet. Dat wordt het pas als het eetgedrag ook meer momenten in het leven van de jongere beheerst. Onder meer vrije tijd, lichaamsbeleving, slaap en emoties worden dan beïnvloed door de te sterke focus op eten en gewicht.'

‘Emoties met eten sussen is voor velen herkenbaar. 'We leven in een cultuur waarin we emoties vaak met eten bestrijden. Huilt een baby? Dan sussen we die met iets lekkers. Hebben we iemand lange tijd niet gezien? Kom, we gaan op restaurant. Maar iedereen  moet leren om manieren te vinden om met emoties om te gaan, los van eetgedrag.’

'Bij eetbuien doet het er eigenlijk niet toe hoeveel je eet, maar waarom je eet. Duik je bij elke sterke emotie - negatief of positief - in de koelkast? Probeer die ingebakken gewoonte dan om te buigen. Loop desnoods een blokje om of klop de matten van je auto uit. Zorg voor afleiding.’

‘Hoe vaker eetbuien een reddingsboei waren om met bepaalde stemmingen om te gaan, des te groter het risico dat je er op kantelmomenten in je leven naar teruggrijpt. Hoe sneller je het gedrag herkent, hoe eerder je opstootjes in de kiem kunt smoren.’