Een CO-vergiftiging thuis komt meestal voor bij een combinatie van meerdere risico's. Je kunt jarenlang met een risico leven zonder vergiftigd te worden. Maar als er dan een risico bijkomt, kan het wel eens minder goed aflopen.
Tegenwoordig isoleren de mensen hun huizen heel goed. Hierdoor wordt er soms weinig verse lucht in de kamer toegelaten. Dit tekort aan verse lucht (zuurstof) zorgt voor CO-vorming in het verwarmingstoestel. Als deze koolstofmonoxide (CO) vrijkomt in de ruimte bestaat er een reëel gevaar voor een CO-vergiftiging.
Door een probleem met een (water)verwarmingstoestel kan CO vrijkomen in de woning. Vooral apparaten voor productie van warm water (waterverwarmers en badgeisers) blijven de belangrijkste intoxicatiebron. Oudere toestellen zijn over het algemeen minder veilig dan nieuwe.
De meest voorkomende problemen met deze toestellen zijn:
Veel huizen hebben nog een schoorsteen die gebouwd is voor toestellen op steenkool. Maar vaak is er nu een hoog rendementstoestel op gas of stookolie op aangesloten, waardoor de schoorsteen niet aangepast is aan de noden van het nieuwe toestel. Ook het onderhoud van de schoorsteen is belangrijk en moet regelmatig gebeuren.
Tussen november en april gebeuren de meeste ongevallen door CO-vergiftiging. Bij sommige weersomstandigheden worden verbrandingsgassen niet zo goed afgevoerd of is er minder verluchting mogelijk. Die omstandigheden zorgen voor een toenemend risico op CO-vergiftiging.
Het risico is het grootst:
Het weer veroorzaakt zowel een terugslag als een inversie.
Tijdens het weerbericht wordt met een gevarendriehoek aangegeven dat het weer een bijkomende risicofactor is voor CO-vergiftiging. Als er in het huis al een paar risicofactoren zijn, kan het weer een doorslaggevende factor zijn voor CO-intoxicatie.
Een hoger CO-risico ontstaat bij oneigenlijk of verkeerd gebruik van toestellen zoals: