Hormonen zijn chemische stoffen die in het lichaam van nature aanwezig zijn. Ze worden aangemaakt door klieren zoals de schildklier, de klieren in de hersenen (de hypofyse, de pijnappelklier), de voortplantingsorganen (de eierstokken, de teelballen), de nieren of de alvleesklier.
Hormonen komen vrij in het lichaam en worden vervoerd door de bloedbaan. Ze binden ter hoogte van de weefsels. Elk hormoon past als een sleutel op een bepaalde receptor. Door deze binding geven ze aan de weefsels belangrijke signalen. Zo spelen hormonen een belangrijke rol in elke levensfase: in de groei en ontwikkeling, de vruchtbaarheid, het afweersysteem, het metabolisme en het humeur.
Hormoonverstorende stoffen zijn chemische stoffen die van buitenaf komen en de normale werking van hormonen kunnen verstoren. Dit kan op verschillende manieren:
Hormoonverstorende stoffen zitten onder meer in schoonmaakmiddelen, verzorgingsproducten, textiel, plastic en pesticiden. We worden er dagelijks op talrijke manieren aan blootgesteld. Ze dringen het lichaam binnen via inademing, huidcontact of via voeding.
Een blootstelling aan hormoonverstorende stoffen leidt meestal niet direct tot gezondheidseffecten. Toch letten we er beter mee op. Er is een sterk vermoeden dat hormoonverstorende stoffen bijdragen tot een aantal gezondheidsproblemen. Ze worden onder meer in verband gebracht met vruchtbaarheidsproblemen, overgewicht, diabetes, vroegtijdige borstontwikkeling bij meisjes en stoornissen in de hersenontwikkeling.
Vooral kinderen, pubers, foetussen (en dus zwangere vrouwen) zijn gevoelig voor de effecten van hormoonverstoorders. Bij hen zijn de weefsels nog in ontwikkeling en zou blootstelling aan hormoonverstorende stoffen een levenslang effect kunnen hebben.
Bij volwassenen zouden de effecten doorgaans verdwijnen wanneer de blootstelling aan de hormoonverstorende stof afneemt of stopt.
Er zijn al zo’n achthonderd hormoonverstorende stoffen bekend. Toch ontbreekt nog heel wat kennis over hun precieze effecten, alsook over de mate waarin we eraan worden blootgesteld. Daarnaast is het erg waarschijnlijk dat nog veel andere hormoonverstorende stoffen niet gedefinieerd zijn. Dit alles maakt het bijzonder moeilijk voor de overheden om gepaste maatregelen te treffen.
Voor hormoonverstoorders is het helaas niet mogelijk om te bepalen in welke concentratie ze veilig zijn en vanaf welke hoeveelheid ze schadelijk zijn. Ook lage dosissen zouden schadelijke gezondheidseffecten kunnen hebben. Dit hangt onder meer af van de gevoeligheid van de persoon zelf, de levensfase, de concentratie en de duur van de blootstelling. Ook komen ze vaak in combinatie met andere stoffen voor, die hun schadelijke effecten kunnen versterken of verzwakken.