Voorzichtig met hormoonverstoorders

Er is geen sluitend bewijs dat hormoonverstorende stoffen in lage dosissen je ziek of onvruchtbaar maken.

Daarvoor is nog veel wetenschappelijk onderzoek nodig. Omdat er wel sterke vermoedens zijn dat hormoonverstorende stoffen gezondheidsproblemen kunnen veroorzaken, moet je voorzichtig zijn. Zeker voor zwangere vrouwen, kinderen en pubers. 

Wat zijn hormonen?

Hormonen zijn chemische stoffen die van nature in het lichaam aanwezig zijn. Ze worden aangemaakt door klieren zoals de schildklier, klieren in de hersenen, de voortplantingsorganen, de nieren of de alvleesklier. 

Hormonen komen vrij in het lichaam en worden vervoerd door de bloedbaan. Ze binden zich ter hoogte van de weefsels. Door deze binding geven ze belangrijke signalen aan de weefsels. Zo spelen hormonen een belangrijke rol in elke levensfase: in de groei en ontwikkeling, de vruchtbaarheid, het afweersysteem, het metabolisme en het humeur.

Wat zijn hormoonverstorende stoffen?

Hormoonverstorende stoffen zijn chemische stoffen die van buitenaf komen en de normale werking van hormonen kunnen verstoren. Dit kan op verschillende manieren:  

  • door hormonen na te bootsen waardoor het lichaam verkeerde boodschappen ontvangt of de werking van de hormonen blokkeert; 
  • door het transport van hormonen door de bloedbaan te verhinderen en daardoor de concentratie van de hormonen in het bloed te verstoren; 
  • door de aanmaak- en afbraakprocessen van hormonen te verstoren.

Hormoonverstorende stoffen zitten onder meer in schoonmaakmiddelen, verzorgingsproducten, textiel, plastic en pesticiden. We worden er dagelijks op talrijke manieren aan blootgesteld. Ze dringen het lichaam binnen via inademing, huidcontact of voeding.

Gezondheidseffecten

Een blootstelling aan hormoonverstorende stoffen leidt meestal niet meteen tot gezondheidsnadelen. Toch moeten we ermee opletten. Er is een sterk vermoeden dat hormoonverstorende stoffen bijdragen tot een aantal gezondheidsproblemen. 

Ze worden onder meer in verband gebracht met:

  •  vruchtbaarheidsproblemen;
  • overgewicht; 
  • diabetes; 
  • vroegtijdige borstontwikkeling bij meisjes; 
  • stoornissen in de hersenontwikkeling. 

Vooral kinderen, pubers en foetussen (en dus zwangere vrouwen) zijn gevoelig voor de effecten van hormoonverstoorders. Bij hen zijn de weefsels nog in ontwikkeling en zou blootstelling aan hormoonverstorende stoffen een levenslang effect kunnen hebben.

Bij volwassenen zouden de negatieve effecten veelal verdwijnen wanneer de blootstelling aan de hormoonverstorende stof afneemt of stopt. 

Veel onzekerheden

Er zijn al zo’n achthonderd hormoonverstorende stoffen bekend. Toch ontbreekt nog heel wat kennis over hun precieze effecten en wanneer die optreden. Daarnaast is het erg waarschijnlijk dat we nog veel andere hormoonverstorende stoffen niet kennen. Dit alles maakt het de overheden bijzonder moeilijk om gepaste maatregelen te treffen. 

Voor hormoonverstoorders is het helaas niet mogelijk om te bepalen in welke concentratie ze veilig zijn en vanaf welke hoeveelheid ze schadelijk zijn. Ook lage dosissen zouden schadelijke gezondheidseffecten kunnen hebben. Dit hangt onder meer af van de gevoeligheid van de persoon zelf, de levensfase, de concentratie en de duur van de blootstelling. Ook komen ze vaak in combinatie met andere stoffen voor, die hun schadelijke effecten kunnen versterken of verzwakken.

Conclusie: probeer hormoonverstoorders zoveel mogelijk te vermijden en gezond te leven. Met enkele eenvoudige gewoontes kan je de blootstelling aan hormoonverstorende stoffen al sterk verminderen.

Wat kan ik zelf doen?

    • Ventileer en verlucht goed je woning.
    • Ventileren doe je permanent. Verluchten doe je op dagen dat je gepoetst hebt of met andere producten aan de slag ging.
    • Bij de aankoop van nieuwe meubelen of elektronica verlucht je best enkele weken extra je huis.
    • Gebruik schoonmaakmiddelen zonder parfum, kleurstoffen of oplosmiddelen. Zoek naar ecolabels. 
    • Gebruik geen luchtverfrissers.
    • Verlucht na het poetsen door je ramen wijd open te zetten. 
    • Vervang schoonmaakmiddelen door azijn, soda, citroensap of bakpoeder (natriumbicarbonaat).
    • Vermijd zoveel mogelijk plastic potjes. Het is heel moeilijk om een onderscheid te maken tussen schadelijke en minder schadelijke plasticsoorten. Naast bisfenol A (BPA) kunnen er nog heel wat andere schadelijke stoffen in plastic zitten. Geef de voorkeur aan glazen potjes, glazen bokalen of bewaardozen van roestvrij staal. 
    • Plaats geen plastic in de microgolf. Gebruik liever glas of porselein. 
    • Was plastic potjes eerst een aantal keer af vooraleer je ze gebruikt. 
    • Drink zo weinig mogelijk uit plastic flessen. 
    • Ventileer en verlucht voldoende tijdens het koken en afwassent.  
    • Vermijd potten en pannen van plastic of teflon. Gebruik materiaal van roestvrij staal of gietijzer. Kook je toch met teflonpannen, houd dan de ideale baktemperatuur in de gaten en gooi een pan weg zodra de antikleeflaag beschadigd is. 
    • Spoel groenten en fruit grondig voor je ze opeet. Koop liever biologische voeding: deze wordt geproduceerd zonder pesticiden.
    • Mijd plastic verpakkingen indien je voorverpakte voeding kiest.
    • Wees kritisch over verzorgingsproducten en cosmetica die je gebruikt. Veel zepen, shampoos, deodorants, crèmes, lippenbalsems en mascara bevatten hormoonverstorende stoffen. Gebruik liever producten gebaseerd op natuurlijke stoffen. 
    • Bekijk bij babyproducten steeds de ingrediëntenlijst en mijd ‘parabenen’, ‘ftalaten’ of afkortingen zoals BzBP, DEP en DMP. De babyhuid is immers extra gevoelig voor hormoonverstorende producten. Ook vochtige doekjes bevatten veel chemicaliën en gebruik je beter niet. Washandjes of herbruikbare doekjes vormen een prima alternatief. 
    • Vraag raad aan je apotheker over neutrale zonnecrèmes, want veel zonnecrèmes bevatten hormoonverstoorders. 
    • Kies wollen, linnen of katoenen kleren. Ze bevatten minder hormoonverstorende stoffen dan sythetische kleding. 
    • Was steeds nieuwe kleren of lakens vooraleer je ze gebruikt. 
    • Vermijd kinderkleding met mooi ogende motiefjes van plastiek. 
    • Koop beter geen kleding met labels zoals ‘geurvrij’, ‘antibacterieel’ en ‘niet strijken’. Ze wijzen op heel wat chemicaliën. 
    • Let ook op met kinderkleding met pvc-coating. Kinderen hebben in verhouding een groter huidoppervlak, hun huid is nog gevoeliger en ze stoppen vaak kleding in de mond.
    • Kies houten speelgoed, let erop dat het hout behandeld werd met ecologische producten. 
    • Was een knuffel vooraleer je kind ermee speelt. Kies bij voorkeur knuffels vervaardigd uit natuurlijke vezels. In plastic speelgoed zitten heel wat hormoonverstorende stoffen. Het CE-kwaliteitsmerk betekent dat het product voldoet aan de Europese veiligheidsvoorschriften en biedt alvast een kleine houvast.

    Bron: Dokter Elise Rummens, preventie-arts CM, in samenwerking met de intermutualistische werkgroep 'Milieu en gezondheid'.