Bedrag en berekening van je uitkering

Werknemers, werklozen en zelfstandigen die wegens ziekte of ongeval niet in staat zijn om te werken, kunnen van CM een uitkering ontvangen.

Hoe wordt je uitkering berekend en hoeveel bedraagt die uitkering? Al die informatie vind je hier terug.

Hoe wordt mijn uitkering berekend?

De adviserend arts erkent je arbeidsongeschiktheid op basis van het getuigschrift. Deze erkent of weigert je arbeidsongeschiktheid binnen de vijf kalenderdagen. 

  • De beslissing krijg je schriftelijk doorgestuurd. 
  • Daarna ontvang je een inlichtingenblad - deel lid. Die moet je zo snel mogelijk ingevuld terugbezorgen aan CM.
  • Afhankelijk van je statuut berekent CM je uitkering als volgt:
    • Werknemers: op basis van het inlichtingenblad - deel werkgever.
    • Werklozen: op basis van het inlichtingenblad - deel werkloosheid.
    • Zelfstandigen: op basis van de gezinslast.

Om je gezinslasten te achterhalen, ontvang je het formulier 'Gezinslast' (formulier 225). Heb je hulp nodig bij het invullen van dit formulier?

  • Deel A vul je zelf in. Lees hier hoe dat moet.
  • Deel B moet je partner invullen als die op jouw adres woont. Heb je geen partner, of woont deze niet bij jou, dan moet deel B ingevuld worden door je inwonend kind of een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad (broer, zus, grootouders). Dit deel moet jij ook ondertekenen. Lees hier hoe dat moet.

Werknemers

Hoeveel bedraagt mijn uitkering?

Als werknemer heb je meestal eerst recht op gewaarborgd loon van de werkgever. Nadien krijg je een uitkering van CM.

CM berekent je uitkering aan de hand van het inlichtingenblad en je loongegevens. CM vraagt je loongegevens rechtstreeks aan je werkgever en laat steeds weten bij welke werkgever ze de gegevens heeft opgevraagd. Zo kan je nagaan of ze correct zijn.

Belangrijk: werk je deeltijds en ontvang je nog een bijkomende vergoeding van de werkloosheid, maak dan een afspraak met de CM-consulent om je situatie te bekijken.

    De eerste zes maanden krijg je 60 % van het begrensd brutoloon. Vanaf de derde maand mag de uitkering niet lager zijn dan het minimumbedrag en niet hoger dan het brutoloon.

    • Gezinshoofden: 60 % van het brutoloon, met een minimum en een maximum die afhangen van het tijdstip waarop je arbeidsongeschikt werd.
    • Alleenstaanden: 60 % van het brutoloon, met een minimum en een maximum die afhangen van het tijdstip waarop je arbeidsongeschikt werd.
    • Samenwonenden: 60 % van het brutoloon, met een minimum en een maximum die afhangen van het tijdstip waarop je arbeidsongeschikt werd.

    Het eerste jaar wordt op de uitkeringen een bedrijfsvoorheffing van 11,11 procent ingehouden. De uitkering mag niet lager zijn dan het minimumbedrag.

    • Gezinshoofden: 65 % van het brutoloon, met een minimum en een maximum die afhangen van het jaar waarin je arbeidsongeschikt werd.
    • Alleenstaanden: 55 % van het brutoloon, met een minimum en een maximum die afhangen van het jaar waarin je arbeidsongeschikt werd.
    • Samenwonenden: 40 % van het brutoloon, met een minimum en een maximum die afhangen van het jaar waarin je arbeidsongeschikt werd.

    Werklozen

    Hoeveel bedraagt mijn uitkering?

    CM berekent je uitkering aan de hand van het inlichtingenblad en eventueel andere nodige gegevens. Deze gegevens vraagt CM rechtstreeks op bij de werkloosheidsdiensten.

    Belangrijk: ben je deeltijds tewerkgesteld en ontvang je nog een bijkomende vergoeding van de werkloosheid, maak dan een afspraak met de CM-consulent om je situatie te bekijken.

      De eerste zes maanden is de ziekte-uitkering gelijk aan de werkloosheidsuitkering die je normaalgezien zou ontvangen. 

      Is de werkloosheidsuitkering hoger dan 60 procent van het basisloon, bepaald door je werkloosheidsinstelling? Dan wordt de ziekte-uitkering beperkt tot 60 procent van dit basisloon.

      Vanaf de derde maand wordt de ziekte-uitkering soms opgetrokken tot de minimumuitkering.

      De eerste zes maanden wordt op de uitkeringen een bedrijfsvoorheffing van 10,09 % ingehouden; de daaropvolgende zes maanden van 11,11 %. De uitkering mag niet lager zijn dan het minimumbedrag.

      • Gezinshoofden: 60 % van het brutoloon, met een minimum en een maximum die afhangen van het tijdstip waarop je arbeidsongeschikt werd.
      • Alleenstaanden: 60 % van het brutoloon, met een minimum en een maximum die afhangen van het tijdstip waarop je arbeidsongeschikt werd.
      • Samenwonenden: 60 % van het brutoloon, met een minimum en een maximum die afhangen van het tijdstip waarop je arbeidsongeschikt werd. 

      De eerste zes maanden wordt op de uitkeringen een bedrijfsvoorheffing van 10,09 % ingehouden; de daaropvolgende zes maanden van 11,11 %. De uitkering mag niet lager zijn dan het minimumbedrag.

      • Gezinshoofden: 65 % van het brutoloon, met een minimum en een maximum die afhangen van het jaar waarin je arbeidsongeschikt werd.
      • Alleenstaanden: 55 % van het brutoloon, met een minimum en een maximum die afhangen van het jaar waarin je arbeidsongeschikt werd.
      • Samenwonenden: 40 % van het brutoloon, met een minimum en een maximum die afhangen van het jaar waarin je arbeidsongeschikt werd.

      Zelfstandigen

      Hoeveel bedraagt mijn uitkering?

        Als je minder dan acht dagen arbeidsongeschikt bent, ontvang je geen uitkering. Dit is de zogenaamde carensperiode.

        Ben je langer dan zeven dagen arbeidsongeschikt, dan ontvang je een vast dagbedrag vanaf de dag waarop dat je arbeidsongeschiktheid bent. De arts vermeldt die datum op het getuigschrift van arbeidsongeschiktheid. Er worden geen uitkeringen betaald voor de periode die meer dan 14 dagen in het verleden ligt op het moment waarop je arts een eerste getuigschrift van arbeidsongeschiktheid opstelt. 

        Dagbedragen vanaf 1 november 2023:

        • met gezinslast: 76,42 euro;
        • als alleenstaande: 60,56 euro;
        • als samenwonende: 46,45 euro.

        Ben je langer dan een jaar arbeidsongeschikt, dan ontvang je een invaliditeitsuitkering. Deze is niet alleen afhankelijk van je statuut maar ook van het al dan niet stopzetten van je bedrijf.

        Dagbedragen zonder stopzetting van bedrijf, vanaf 1 november 2023:

        • Met gezinslast: 76,42 euro;
        • Alleenstaande: 60,56 euro;
        • Samenwonende: 46,45 euro.

        Dagbedragen met stopzetting van bedrijf, vanaf 1 november 2023:

        • Met gezinslast: 76,42 euro;
        • Alleenstaande: 60,56 euro;
        • Samenwonende: 51,93 euro.

        Belangrijk:

        • Ben je langer dan een jaar arbeidsongeschikt, dat wordt in de ziekteverzekering beschouwd als invalide. Op je invaliditeitsuitkering gebeurt geen voorheffing voor de belastingen, maar de uitkering is niet belastingvrij. De afrekening gebeurt bij de belastingaanslag van het jaar daarop. Via voorafbetalingen kan je een hoge belastingfactuur vermijden.
        • Bij de berekening van je uitkering wordt de zaterdag steeds beschouwd als een vergoedbare dag.
        • Voor de ziekte- en invaliditeitsuitkering betekent samenwonende: met iemand samenwonen die een inkomen heeft dat hoger is dan een wettelijk bepaald bedrag. Het speelt geen rol of je gehuwd bent of niet.
        • Informeer meteen CM indien je gezinssituatie of het inkomen van je partner wijzigt. Het is mogelijk dat je uitkering hierdoor opnieuw moet worden berekend. Indien je deze wijzigingen te laat aan je ziekenfonds meldt, kan CM een bedrag terugvorderen of bijbetalen.
        • Was je verzekerd in verschillende landen en word je invalide? Dan ontvang je onder bepaalde voorwaarden een afzonderlijke invaliditeitsuitkering van elk van deze landen. Meer info vind je hier.
        • Op sommige dagen kan je geen uitkering krijgen. Lees hier wanneer, zodat je niet voor verrassingen komt te staan.