Antibiotica

Wat zijn antibiotica? Hoe gebruik je ze juist? En wat zijn de nadelen? Dat en meer lees je op deze pagina.

Wat zijn antibiotica? 

Antibiotica zijn geneesmiddelen die het opnemen tegen bacteriën die ons ziek maken. Ze helpen niet bij een virus. Antibiotica hebben dus geen nut bij griep, COVID-19, RSV, verkoudheid, acute bronchitis en de meeste vormen van keel- en oorontsteking.

Naargelang hun samenstelling en hun werkingsmechanisme worden antibiotica ingedeeld in groepen, zoals penicillinen, cefalosporinen en tetracyclinen. Meest voorgeschreven zijn de penicillinen

Sommige antibiotica zijn werkzaam tegen meerdere soorten bacteriën (breed-spectrumantibiotica). Andere helpen gericht tegen een of twee soorten bacteriën (smal-spectrumantibiotica).

Wat zijn bacteriën? 

Een bacterie is een minuscuul wezentje dat bestaat uit een enkele cel. Een bacterie kan op eigen kracht overleven en kan zich ook op eigen kracht vermenigvuldigen. Bacteriën kun je wel bestrijden met antibiotica. Zo kunnen ze zich niet verder ontwikkelen.  

Bacteriën veroorzaken onder andere longontsteking, bacteriële hersenvliesontsteking, wondinfecties of bepaalde vormen van keel- en oorontsteking. 

    In normale omstandigheden beschikt het lichaam over uitstekende natuurlijke afweermechanismen tegen infecties. De meest voorkomende infecties genezen dan ook spontaan, waarbij antibiotica weinig of zelfs geen invloed hebben op het ziekteverloop. Bij een infectie met een virus helpen antibiotica bijvoorbeeld niet en zijn ze dus zinloos. Ook bij gewone onschuldige infecties met bacteriën zijn ze vaak niet nodig. Deze infecties genezen meestal van zelf op een paar dagen tijd. 

    De infecties waarbij antibiotica nodig zijn, veroorzaken vaak ernstige ziekteverschijnselen die langer aanhouden of terugkomen nadat het even beter leek te gaan. 

    Alleen een arts kan vaststellen of een antibioticum nodig is en zo ja, welk antibioticum. 

    Er dient zorgvuldig om te gaan met de keuze om antibiotica te gebruiken. Zo zorgen we ervoor dat de bacteriën gevoelig blijven voor deze geneesmiddelen. Omdat antibiotica levensreddend kunnen zijn, is het heel belangrijk dat ze ook in de toekomst goed tegen bacteriële infecties blijven werken.

    Als hetzelfde antibioticum regelmatig tegen een bacterie wordt gebruikt, kan deze ‘resistent’ worden. Dat betekent dat de bacterie niet meer gevoelig is voor het antibioticum.

    Wanneer men een infectie krijgt met zo’n resistente bacterie, helpen de antibiotica niet meer. Deze bacteriën kunnen dan ongeremd hun gang gaan, waardoor men erg ziek kan worden. 

    Gelukkig worden er af en toe nieuwe antibiotica gevonden. Maar er zijn ook steeds meer bacteriën die niet meer goed op antibiotica reageren. Dit komt doordat er wereldwijd te vaak antibiotica worden gebruikt als het eigenlijk niet nodig is. Er bestaan inmiddels al bacteriën die bijna niet meer te behandelen zijn met antibiotica. Een voorbeeld ervan is de MRSA (Meticilline Resistente Staphylococcus Aureus), die vooral voorkomt in een omgeving waar veel antibiotica worden gebruikt zoals ziekenhuizen, verpleeghuizen en in de intensieve veehouderij.

    Ontstaan van resistente bacteriën voorkomen

    Heel zorgvuldig omgaan met antibiotica is de enige manier om ervoor te zorgen dat bacteriën gevoelig blijven voor antibiotica. 

    Als je arts antibiotica voorschrijft, is het belangrijk dat je de voorgeschreven behandeling nauwkeurig volgt. Alleen zo ben je zeker dat alle bacteriën vernietigd worden en vermijd je het ontstaan van resistente bacteriën. 

    • Respecteer de dosissen en tijdstippen
      Neem zorgvuldig en op het voorgeschreven tijdstip de dagelijkse hoeveelheid in. Sla nooit een inname over en gebruik de voorgeschreven hoeveelheid. 
    • Stop niet vroeger dan voorgeschreven
      Maak je antibioticakuur volledig af. Ook als je je na een paar dagen al beter voelt. Zo zijn alle bacteriën in je lichaam zeker vernietigd.
    • Bewaar de antibiotica niet
      Hou nooit restjes antibiotica bij voor een volgende keer. Breng ze naar je apotheker.

    Enkel als het moet

    Gebruik antibiotica alleen als een arts de infectie heeft beoordeeld en vindt dat antibiotica nodig zijn. Soms zijn daarvoor onderzoeken nodig, bijvoorbeeld via een bloed- of urinestaal, om het organisme nauwkeurig te identificeren en zijn gevoeligheid voor verschillende antibiotica te bepalen. Gebruik ook enkel het soort antibiotica dat de arts heeft voorgeschreven. 

    • Antibiotica helpen niet tegen virussen
      Antibiotica hebben geen nut bij griep, verkoudheid, acute bronchitis en de meeste vormen van keel- en oorontsteking. Dit omdat deze infecties worden veroorzaakt door virussen. 
    • Antibiotica zijn enkel effectief tegen bacteriën
      Antibiotica werken enkel als we ziek zijn door bacteriën. Alleen dan bewijzen ze hun nut. Bij ernstige infecties, zoals een longontsteking of bacteriële hersenvliesontsteking, kunnen ze levens redden. 
    • Ook bij bacteriën zijn antibiotica niet altijd nodig
      Ook bacteriële infecties genezen vaak spontaan na enkele dagen. Het lichaam heeft dan specifieke antilichamen aangemaakt die de indringers uitschakelen. Dit eigen afweersysteem blijft de beste oplossing. Neem daarom enkel antibiotica als je arts het nodig vindt.

    Antibiotica kunnen verschillende bijwerkingen hebben.

    Zo kunnen ze klachten veroorzaken omdat ze ook werkzaam zijn tegen 'goede' bacteriesoorten die we nodig hebben en altijd bij ons dragen, zoals de bacteriën die in onze darmen meehelpen met de spijsvertering. Hierdoor kun je van antibiotica misselijk worden, maaglast hebben of diarree krijgen. Als antibiotica ook bacteriën bestrijden die de huid en slijmvliezen beschermen, krijgen andere bacteriën of schimmels soms de kans om zich massaal uit te breiden.

    Sommige mensen kunnen allergisch worden voor een bepaald soort antibioticum. Dan ontstaan vaak jeuk en huiduitslag.
    Gelukkig komen ernstige levensbedreigende gevallen slechts zelden voor.

    Risicogroepen

    Soms is extra voorzichtigheid geboden met antibiotica, zoals bij:

    • zwangere vrouwen;
    • vrouwen die borstvoeding geven;
    • kleine kinderen;
    • mensen met een nier- of leverziekte;
    • een allergie voor bepaalde stoffen;
    • het gebruik van andere medicijnen, indien ze elkaars werking kunnen beïnvloeden.

    We gebruiken antibiotica nog te vaak als het niet nodig is en we volgen onze antibioticakuur bovendien niet altijd correct. Dat maakt dat bacteriën niet langer gevoelig voor zijn voor bepaalde antibiotica. Ernstige ziekten goed behandelen en levens redden worden moeilijker. Operaties en transplantaties worden risicovoller. Antibiotica goed gebruiken en enkel als het moet, is dus de boodschap. 

    Ben je ziek, ga dan langs bij je huisarts en bespreek samen wat de beste behandeling is. Schrijft de arts je iets voor, vraag dan na of het om antibiotica gaat en of die antibiotica voor jou de beste oplossing zijn. Informeer je over de correcte dosissen en tijdstippen voor inname.  

    Neem hoe dan ook rust en blijf thuis als je ziek bent. Heb je een virus te pakken, dan is uitzieken de boodschap. Je kunt indien nodig een pijnstiller of een koortswerend middel nemen om de symptomen te bestrijden. Preventief antibiotica slikken, helpt niet. Een goede hand- en hoesthygiëne werkt wel preventief.