Recht op informatie over je gezondheidstoestand
Je hebt als patiënt recht op duidelijke informatie over jouw gezondheidstoestand. Zo kan je de juiste beslissingen nemen over je zorg. Jij beslist hoeveel je wil weten én wie er mag meeluisteren.

Wat houdt dit recht in?
Zorgverleners moeten jou goed informeren over jouw gezondheid.
Dit betekent dat zij:
- informatie afstemmen op jouw persoonlijke situatie (zowel op medisch vlak als wat voor jou belangrijk is);
- jou uitnodigen om vragen te stellen;
- de tijd nemen zodat jij alles goed kan begrijpen;
- jou de informatie ook schriftelijk bezorgen als je dat vraagt.
Uitzonderingen
In sommige gevallen wordt van dit recht afgeweken.
Wil je bepaalde info liever niet horen? Dat kan. Je mag zelf beslissen om geen informatie te krijgen. Je mag ook vragen om de informatie enkel aan jouw vertrouwenspersoon te geven. Dit moet je wel duidelijk zeggen tegen je zorgverlener.
Let op: in uitzonderlijke gevallen mag de zorgverlener dit recht beperken, bijvoorbeeld bij een besmettelijke ziekte. Hij moet dan ook een andere zorgverlener en eventueel jouw vertrouwenspersoon raadplegen. Jouw verzoek moet wel in je dossier gezet worden.
Soms beslist een zorgverlener om bepaalde informatie tijdelijk niet te geven, als dat jouw gezondheid ernstig kan schaden.
Eerst bekijkt de zorgverlener of hij de informatie geleidelijk kan meedelen. Dus stap voor stap, op een manier die minder belastend is voor jou. Alleen als ook dat geen optie is, kan hij ervoor kiezen om tijdelijk helemaal geen informatie te geven.
In dat geval:
- overlegt hij met een collega;
- licht hij eventueel jouw vertrouwenspersoon in;
- schrijft hij in je dossier waarom hij die beslissing neemt;
- bekijkt hij regelmatig of de info later wel gedeeld kan worden.
Is het gevaar voorbij? Dan moet hij jou de informatie alsnog geven.
Lin krijgt na een onderzoek een duidelijk gesprek met haar arts. Hij legt rustig uit wat de resultaten betekenen en nodigt haar uit om vragen te stellen, zodat ze de situatie goed begrijpt.
Wie krijgt informatie?
In de eerste plaats krijg jij als patiënt de info.
Je mag iemand aanduiden om jou te ondersteunen, zoals een familielid of vriend. Je kan ook vragen om de info aan die persoon te geven in plaats van aan jou. Wil je dat? Zet het dan op voorhand op papier en breng je zorgverlener op de hoogte.
Minderjarige patiënten
Is de patiënt minderjarig? Dan krijgt de vertegenwoordiger van het kind de informatie. Dat kan een (pleeg)ouder of een voogd zijn. Als de zorgverlener denkt dat het kind de info zelf goed begrijpt, mag hij rechtstreeks met het kind praten, zonder tussenkomst van de vertegenwoordiger.
Meerderjarige patiënten die hun wil niet meer kunnen uiten
Kan een volwassen patiënt zelf niet meer zeggen wat hij wil? Bijvoorbeeld door een coma of vergevorderde dementie? Dan geeft de zorgverlener de informatie aan de vertegenwoordiger.
Belangrijk: de vertegenwoordiger betrekt de patiënt of de minderjarige altijd zo veel mogelijk bij het gesprek.
Betrek jouw vertrouwenspersoon
Wil je dat iemand jou bijstaat bij belangrijke gesprekken met jouw zorgverlener? Dan kan je een vertrouwenspersoon aanduiden. Die helpt jou, maar jij beslist altijd zelf.