Diabetes

Bij de chronische ziekte diabetes is het suikergehalte in je bloed te hoog. Want de alvleesklier maakt geen of onvoldoende insuline aan.

Diabetes type 1 ontstaat meestal bij personen jonger dan 40 jaar. Erfelijkheid speelt vermoedelijk een rol. Bij diabetes type 2 zijn vaak zwaarlijvigheid en gebrek aan lichaamsbeweging de oorzaak. Dit treedt meestal op bij 40-plussers. 

Zwangerschapsdiabetes komt voor in de tweede helft van de zwangerschap. Meestal wordt de bloedsuikerwaarde kort na de bevalling terug normaal. Een goede opvolging is belangrijk. Want het verhoogt je risico op het later ontwikkelen van diabetes type 2.

Met de nodige aandacht en een aangepaste levensstijl kunnen diabetespatiënten een leven leiden zoals ieder ander. 

Wat zijn de symptomen?

De symptomen van diabetes type 1 en 2 zijn in grote lijnen dezelfde. De klachten treden plots op en zijn makkelijk te herkennen:

  • extreem veel drinken en plassen (ook ’s nachts);
  • droge mond;
  • wazig zicht;
  • constipatie;
  • jeuk;
  • slecht genezende wonden;
  • chronische vermoeidheid;
  • gewichtsverlies ondanks behoud van eetlust.

De klachten bij diabetes type 2 treden zeer geleidelijk op. De diagnose wordt vaak toevallig ontdekt bij een bloedafname. 

Wat is de oorzaak?

De exacte oorzaak van diabetes is niet bekend. Er zijn wel een aantal factoren die het risico verhogen:

  • erfelijkheid: als een ouder diabetes heeft, stijgt de kans met 40 %;
  • leeftijd: de kans om diabetes te krijgen, stijgt met de leeftijd;
  • overgewicht;
  • vetopstapeling ter hoogte van de buik;
  • te weinig lichaamsbeweging;
  • verhoogde bloedsuikerwaarden in het verleden;
  • als roker stijgt het risico met 50 %.

Wat kun je zelf doen?

Diabetes is niet te genezen en vereist een levenslange behandeling, die de nodige inspanningen vergt van de patiënt en zijn omgeving. Gezonde leefgewoonten kunnen helpen, voornamelijk voor diabetes type 2, om je kans op suikerziekte te verminderen.

  • Evenwichtige voeding: Eet vezelrijke voeding en vermijd vetrijke voeding. Beperk ook je alcoholgebruik.
  • Voldoende lichaamsbeweging: Wandelen, fietsen, zwemmen of andere rustige activiteiten volstaan. Doe dit dagelijks minstens een halfuur.
  • Gewicht op peil houden: Met gezonde voeding en voldoende lichaamsbeweging bereik je het beste resultaat. Je arts of diëtist kan je hierbij begeleiden. 
  • Medicatie: In tegenstelling tot diabetes type 1 zijn inspuitingen met insuline bij type 2 niet altijd nodig. Soms volstaan tabletten om de bloedsuikerwaarden onder controle te houden. 
  • Stop met roken, zorg voor voldoende nachtrust en vermijd stress.

Met een goede behandeling kun je je bloedsuikerwaarden onder controle houden. En kun je verwikkelingen op langere termijn voorkomen of uitstellen.

Welke ontwikkelingen kunnen er optreden?

  • hart- en vaatziekten;
  • nierproblemen;
  • oogaandoeningen;
  • aantasting van de zenuw(uiteinden): verdoofd gevoel, tintelingen, verlammingen en erectiestoornissen;
  • ontstoken tandvlees;
  • ernstige voetproblemen: voorkom ze door je voeten dagelijks te verzorgen, wassen en controleren. 

Wanneer moet je naar een arts? 

Omdat de meesten niet veel belang hechten aan de eerste klachten, weet bijna de helft van de diabetespatiënten niet dat hij de ziekte heeft.

Bij een vermoeden van diabetes kun je best contact opnemen met je huisarts. Hij zal het suikergehalte in je bloed meten met een bloedafname op nuchtere maag.

Behoor je tot een van onderstaande risicogroepen? Dan is het aangeraden om jaarlijks je bloedsuikerwaarden te laten meten.

  • Je bent ouder dan 65 jaar.
  • Je had ooit zwangerschapsdiabetes.
  • Je had reeds eerder verhoogde bloedsuikerwaarden.

Bronnen