Dikkedarmkanker

Dikkedarmkanker is een vaak voorkomende kanker. Ongeveer vijf procent van alle Vlamingen wordt ermee geconfronteerd. In België krijgen zo’n 8.500 mensen per jaar te horen dat ze darmkanker hebben, waarvan zo’n 5.600 in Vlaanderen. Ieder jaar sterven er in Vlaanderen ongeveer 1.750 mensen aan.

Wat zijn de oorzaken?

Er is geen eenduidige oorzaak voor de ontwikkeling van darmkanker. Verschillende factoren kunnen hiertoe bijdragen, vaak meerdere tegelijkertijd, maar ze zijn nog niet allemaal bekend. 

In sommige families komt dikkedarmkanker opvallend meer voor dan in andere. Darmkanker bij een eerstegraadsfamilielid (ouder, broer, zus of kind) geeft een verhoogd risico om zelf darmkanker te krijgen. Ongeveer twintig procent van de dikkedarmkankers komt voor bij mensen met familiale belasting. Hoe jonger het getroffen familielid, hoe groter je eigen risico. Had je zelf ooit darmkanker, dan is je risico om het opnieuw te ontwikkelen ook verhoogd. 

Slechts bij een klein deel, vijf procent van de mensen met dikkedarmkanker, is er ook een genetische afwijking. Deze vormen van darmkanker zijn erfelijk. Bijna iedereen met deze afwijking zal op latere leeftijd darmkanker krijgen.

Andere risicofactoren

  • Toenemende leeftijd: negentig procent van de personen met darmkanker is ouder dan vijftig jaar;
  • Chronische darmontstekingen zoals de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa;
  • Een ongezonde levensstijl:
    • onevenwichtig voedingspatroon met te weinig groenten, fruit en vezels, te veel vetten en rood of bewerkt vlees;
    • roken;
    • overmatig alcoholgebruik;
    • overgewicht;
    • onvoldoende lichaamsbeweging.

Wat zijn de symptomen?

Dikkedarmkanker geeft niet altijd symptomen en de klachten zijn meestal vaag

Niettemin kunnen volgende klachten wijzen op darmkanker indien ze gedurende langere tijd aanwezig zijn: 

  • bloed of slijm bij de stoelgang;
  • buikpijn of -krampen;
  • een veranderde ontlasting (onregelmatige stoelgang, verstopping, diarree);
  • een valse aandrang van ontlasting.

Ook een plots en onverklaarbaar gewichtsverlies, langdurig verminderde eetlust of een aanhoudende vermoeidheid kan een alarmsignaal zijn.

Deze klachten wijzen niet noodzakelijk op darmkanker. Heel wat andere aandoeningen kunnen de oorzaak zijn. 

Wanneer naar de dokter?

Ga bij je huisarts als je een van de symptomen vertoont. Je arts zal op basis van een grondige bevraging en in overleg met jou nagaan of verder onderzoek aangewezen is.

Bij je huisarts kun je ook terecht:

  • met vragen over het al dan niet deelnemen aan het bevolkingsonderzoek;
  • om de voor- en nadelen van het vervolgonderzoek te bespreken indien het bevolkingsonderzoek een afwijkend testresultaat gaf;
  • voor een eventuele doorverwijzing naar een maagdarm-specialist.

Hoe verloopt de behandeling?

De behandeling van darmkanker verschilt van persoon tot persoon. Een team van verschillende specialisten overlegt wat de beste aanpak is.  

De meest courante behandelingen zijn een operatie, chemotherapie en bestraling. Welke combinatie de beste kansen geeft op herstel of genezing hangt af van:

  • de ligging, grootte en aard van de tumor, 
  • eventuele uitzaaiingen, 
  • de leeftijd en algemene gezondheidstoestand van de patiënt.

    Tijdens een kijkonderzoek (coloscopie) inspecteert men de binnenzijde van de darm. Poliepen en stukjes weefsel uit verdachte letsels (biopten) worden verwijderd en in het laboratorium onderzocht op kwaadaardige cellen. 

    Bij vaststelling van dikkedarmkanker gebeuren vervolgens nog heel wat andere onderzoeken zoals een RX-foto van de longen, een echografie van de lever, een CT-scan, en soms ook een MRI-scan of een PET-scan. Zo wordt het stadium van de tumor en de eventuele aanwezigheid van uitzaaiingen vastgesteld.

    Meestal wordt een dikkedarmtumor verwijderd via een operatie. Hierbij snijdt men de tumor en een stuk van het omliggende weefsel weg. Ook de lymfeklieren in de buurt van de tumor worden verwijderd en nadien onderzocht op kwaadaardige cellen. 

    Na een operatie wordt soms een stoma aangelegd, waarbij men de uitgang van de darm vastmaakt aan de buikwand. Intussen kan de darm zich herstellen. Na enkele maanden kan men de darm opnieuw aaneen naaien en de stoma verwijderen. In een aantal gevallen is het nodig om de stoma definitief te behouden.

    Afhankelijk van het stadium op het moment van de diagnose, eventuele klieraantasting en de aanwezigheid van uitzaaiingen buiten de darm kan worden beslist om chemotherapie te geven, al dan niet in combinatie met monoklonale antilichamen of cytokines.

    Bij darmkanker wordt bestraling bijna uitsluitend toegepast voor tumoren in de endeldarm. Meestal heeft ze tot doel de tumor te verkleinen zodat een operatie meer kans op slagen heeft.

    Wat kun je zelf doen?

    Gezond levensstijl

    Je kunt de ziekte niet voorkomen, maar een gezonde levensstijl kan het risico verminderen

    • Zorg voor een evenwichtig voedingspatroon met voldoende vezels. Wees matig met dierlijke vetten en vermijd rood of bewerkt vlees.
    • Beweeg voldoende.
    • Bestrijd overgewicht.
    • Stop met roken.
    • Matig je alcoholgebruik.

    Vroegtijdige opsporing

    Dikkedarmkanker ontstaat bijna altijd vanuit een poliep. Het uitgroeien van een poliep tot kanker gaat zeer langzaam en duurt gemiddeld zeven tot tien jaar. Door ontaarde poliepen in een vroeg stadium op te sporen en te verwijderen, kunnen er minder verdachte poliepen uitgroeien tot dikkedarmkanker. De operatie en behandelingen zullen ook minder ingrijpend zijn en het sterftecijfer zal verminderen. Als de kanker vroegtijdig ontdekt wordt, is er meer dan negentig procent kans om te genezen. 

    Het is belangrijk om de kanker op te sporen en te behandelen voor er symptomen opduiken. Deze treden vaak pas op als de tumor al redelijk groot is. Hoe verder hij gevorderd is, hoe slechter de verwachtingen. 

    Waarom en voor wie vindt een bevolkingsonderzoek plaats?

    In Vlaanderen vindt een bevolkingsonderzoek plaats om dikkedarmkanker op te sporen. Mannen en vrouwen van 51 tot en met 74 jaar worden om de twee jaar uitgenodigd om eraan deel te nemen. 

    Indien je tot de doelgroep behoort, krijg je thuis een uitnodiging toegestuurd. Ze bevat ook een set om een staaltje stoelgang af te nemen. Dit staaltje kun je samen met een antwoordformulier opsturen naar het laboratorium. Daar wordt onderzocht of je stoelgang bloed bevat, wat kan duiden op de aanwezigheid van poliepen of dikkedarmkanker. Dit onderzoek is nodig omdat de bloedsporen met het blote oog niet te zien zijn. 

    Heb je een eerstegraadsfamilielid (ouder, broer, zus of kind) met dikkedarmkanker of heb je een inflammatoire darmziekte zoals de ziekte van Crohn of colitis ulerosa? Neem dan eerst contact op met je huisarts. Mogelijk zijn aangepaste onderzoeken voor jou beter.

      Het resultaat van de test wordt binnen de veertien dagen aan jou en je huisarts meegedeeld.  

      • Is in het staal bloed aanwezig, wil dit nog niet zeggen dat je kanker hebt. De bloedsporen kunnen immers ook andere oorzaken hebben. Een vervolgonderzoek is aangewezen om na te gaan of het bloed afkomstig is van een poliep of een darmtumor. Hierbij zal een maagdarm-specialist met een kijkonderzoek (coloscopie) de binnenkant van de dikke darm controleren. Dit gebeurt onder verdoving, waarbij een flexibele buis met een camera via de anus in de darm wordt geschoven.      
         
      • Vertoont de test een normaal resultaat, betekent dit niet dat er geen poliepen aanwezig zijn. Sommige poliepen zijn immers klein, veroorzaken geen bloedverlies, maar zullen langzaam groeien en later wel bloedverlies geven. Daarom is het belangrijk om de test na twee jaar te herhalen. Hiertoe krijg je telkens, tot en met de leeftijd van 74 jaar, een nieuwe uitnodiging en afnameset toegestuurd.
      • Dankzij het onderzoek kunnen poliepen of dikkedarmkanker vroeg opgespoord worden. Hierdoor is de behandeling meestal minder zwaar en de kans op genezing groter.
         
      • Deelnemen aan het onderzoek is gratis.
      • Het nemen en opsturen van een staaltje stoelgang is heel eenvoudig.
      • Zowel jij als je huisarts krijgen het resultaat vrij snel toegestuurd.
      • Je kunt rekenen op een kwalitatief onderzoek en opvolging van de resultaten.
      • Via het bevolkingsonderzoek is permanente evaluatie mogelijk: aantal deelnemers, aantal positieve testen, aantal mensen met een gepaste opvolging na een afwijkende test, aantal kankers na een afwijkende test. Dit levert belangrijke informatie op voor de organisatie en evaluatie van het onderzoek. Zo wordt de kwaliteit streng bewaakt. 

      Deelnemen aan het bevolkingsonderzoek heeft dan ook meer voordelen dan de zelftesten die je in de apotheek kan aankopen.

      • De test kan vals-positief zijn. Dit betekent dat bloedsporen worden gevonden zonder dat er sprake is van poliepen of darmkanker. Hierdoor kun je onnodig ongerust of angstig zijn, en een soms overbodig kijkonderzoek ondergaan. 
      • De test kan vals-negatief zijn. Er kan een tumor zijn die niet bloedt in de week voor de test, waardoor geen bloedsporen aanwezig zijn. Dit zorgt voor een ‘vals’ gevoel van veiligheid. 
      • Er zijn risico's verbonden aan een kijkonderzoek van de darm: er is 0,2 procent kans op een bloeding en 0,05 procent op perforatie van de darmwand. 
      • Omdat het moeilijk te voorspellen is welke poliepen verder zouden ontaarden in darmkanker, worden er soms weggenomen die nooit tot kanker zouden uitgroeien. Op die manier word je soms nodeloos ongerust gemaakt of behandeld.

      Elise Rummens

      Elise is onze huisdokter. Haar stokpaardje op het vlak van gezondheid is beweging. Daarom zie je haar op dinsdagavond springen, vliegen, duiken, vallen en weer opstaan. Dan heeft ze haar wekelijkse parkourtraining.

      Preventie-arts CM