Voor geboortes vanaf 1 januari 2021 mag een vader of meeouder als werknemer vijftien dagen afwezig zijn op het werk. En dit binnen de vier maanden na de geboorte. Deze vijftien dagen hoef je evenwel niet aaneensluitend op te nemen.
Onderstaande voorrangsregels bepalen wie recht heeft op het geboorteverlof.
Situatie | Het geboorteverlof kan worden opgenomen door: |
1. Naast de moeder staat de vader of de meemoeder in de geboorteakte | de vader of meemoeder die in de geboorteakte vermeld wordt |
2. Punt 1 is niet van toepassing | de persoon die wettelijk samenwoont met de moeder (er is een verklaring van wettelijk samenwonen afgelegd bij de gemeente) |
3. Geen van bovenstaande punten is van toepassing | de persoon die minstens drie jaar vóór de geboorte, samenwoont met de moeder |
Nadat je je aanvraag hebt ingediend bij het ziekenfonds, ontvang je een inlichtingenblad dat je ingevuld terugbezorgt aan je ziekenfonds.
Je werkgever krijgt de vraag naar de loongegevens rechtstreeks van het ziekenfonds. CM zal je steeds laten weten bij welke werkgever ze de gegevens heeft opgevraagd. Zo kun je nagaan of dit correct gebeurd is.
De eerste drie dagen blijft het loon behouden. Voor de overige twaalf dagen ontvang je, na afloop van het geboorteverlof, een uitkering van je ziekenfonds. Ze bedraagt 82 procent van het begrensd brutoloon.
De uitkering wordt op vaste data uitbetaald; die vind je terug in de betaalkalender voor werknemers.
Neem je als meeouder ook adoptieverlof, zal dit verlof verminderd worden met:
Een adoptieprocedure is evenwel slechts mogelijk als je niet de wettelijke ouder bent van het adoptiekind. Een meeouder die als wettelijke ouder vermeld wordt op het geboorteattest kan dus geen adoptieprocedure starten en heeft dus geen recht op adoptieverlof.