Brandwonden worden onderverdeeld in drie graden op basis van de ernst van het letsel. Die is afhankelijk van de temperatuur en duur van blootstelling aan de warmtebron.
De lichtste brandwonden zijn die van de eerste graad. De huid is rood, pijnlijk en soms licht gezwollen, maar vertoont geen blaren. Ze zal zich spontaan herstellen zonder littekenvorming.
Bij een verbranding van de tweede graad is de hele opperhuid beschadigd. Kenmerkend zijn blaarvorming en hevige pijn. De huid kan vochtig zijn. Omdat de lederhuid niet is geraakt, zal de huid na twee à drie weken volledig herstellen.
Bij een derdegraads verbranding is de totale huid verbrand. De diepere lagen, waarin de zenuwen liggen, zijn aangetast. Er is geen pijngevoel meer. De huid is geelwit tot bruinzwart (verkoling). Na een langdurig genezingsproces zullen er altijd littekens te zien blijven.