De mannelijke vorm van haaruitval (alopecia androgenetica) is de meest voorkomende vorm van haaruitval. Dit treedt op bij het ouder worden. Ongeveer zestig procent van de Belgische mannen krijgt er vroeg of laat mee te maken. Doorgaans is deze vorm van haaruitval erfelijk bepaald. Hoewel men ook weet dat het mannelijke hormoon androgeen een rol speelt bij het ontstaan ervan, is de precieze oorzaak nog niet gekend.
De haaruitval begint vaak rond de slapen of de kruin. Soms beperkt de haaruitval zich tot bepaalde plekken, bijvoorbeeld de kruin of de haargrens. Maar ze kan zich ook geleidelijk uitbreiden, tot enkel nog rondom de schedel haar overblijft. Het moment waarop de kaalheid zich voor het eerst manifesteert, verschilt van persoon tot persoon. Sommigen krijgen al meteen na de puberteit een dunner wordende haardos, anderen pas na hun veertigste. Wie al op jonge leeftijd last krijgt van haaruitval, heeft veel kans om volledig kaal te worden.
Bij vrouwen komt deze vorm van haaruitval minder vaak voor. Bovendien zal ze vrijwel nooit leiden tot volledige kaalheid, maar zich beperken tot het dunner worden van het haar.
Bij pleksgewijze haaruitval (alopecia areata) valt het haar plots uit op een bepaalde plaats. Hierdoor ontstaan een of meerdere ronde of ovale kale plekken. De haaruitval komt meestal voor op het hoofd, maar is ook mogelijk in de wenkbrauwen, de baard of het schaamhaar.
De oorzaak van deze lokale kaalheid is onbekend.
Meestal groeit er na verloop van tijd opnieuw haar op de getroffen plekken.
Deze haaruitval verspreidt zich over de hele hoofdhuid, waarbij je een dunnere haardos krijgt. Ze is evenwel tijdelijk en leidt zelden tot volledige kaalheid.
Kan ontstaan door:
Door de haren met rust te laten, is volledig herstel mogelijk.