Wie hyperventileert, haalt onnodig snel of te diep adem.
Door deze snelle en diepe ademhaling komt er enerzijds meer zuurstof in het bloed en ademt men anderzijds meer koolstofdioxide (CO2) uit. Vooral dit laatste kan een aantal klachten teweegbrengen, omdat koolstofdioxide de zuurtegraad van het bloed beïnvloedt.
Hyperventilatie komt vooral voor als chronische aandoening. Slechts in tien procent van de gevallen is er sprake van een acute aanval. Beide zijn ongevaarlijk, hoewel een acute aanval vaak het tegenovergestelde doet vermoeden.