Bij een snijwonde wordt de samenhang van de huid verbroken door een scherp voorwerp. Omdat veel kleine en zelfs grotere bloedvaten dwars doorgesneden zijn, bloedt een snijwonde fel.
Omdat er meestal niet zoveel zenuwuiteinden geraakt zijn, doet een snijwonde doorgaans minder pijn.
Bij een diepere snijwonde kunnen ook onderliggende weefsels (bv. spieren) geraakt zijn.
Bij een open wonde, veel bloedverlies of wanneer een deel van de huid loshangt, tracht je eerst de bloeding te stelpen zoals bij een ernstige bloeding, bv. met een steriel nood- of snelverband. Dek de wonde dan voorlopig af, liefst met steriel materiaal en laat ze zo snel mogelijk hechten door een arts.
Raadpleeg beter een arts bij snijwonden waarbij glassplinters in de huid zitten. Door hun vorm dringen de splinters immers steeds dieper in de huid.
Vraag bij een snijwonde op 'esthetische' plaatsen advies aan een arts. Hij kan dan beslissen of het nodig is de wonde te hechten, plakken of steristrips aan te brengen.
Kijk na of je ingeënt bent tegen tetanus (klem). Deze inenting moet in principe om de tien jaar worden hernieuwd.